Kort na de oprichting van het DOC (in 1993) werd besloten een inventarisatie te maken van alle pijporgels in Doopsgezinde kerken en instellingen in Nederland. Daartoe werd een vragenlijst samengesteld en aan alle gemeenten en instellingen toegezonden. Het daarmee verbonden werk werd hoofdzakelijk gedaan door Bas Wijnands.
In september 2004 begon Folkert Binnema met het afmaken van deze nimmer voltooide inventarisatie.
Daartoe werden alle gemeenten waarvan geen of onvoldoende gegevens bekend waren schriftelijk of telefonisch benaderd. Waardevolle inlichtingen werden verstrekt door organist/orgeldeskundige Jan Jongepier, drs. Wim Diepenhorst van de RDMZ, orgelhistoricus Gerard Verloop, door de organisten Piet Beun, Jan Maarsen, Piet Stobbe en Neeltje Verloop-Pronk en door de orgelbouwers Bakker & Timmenga, Flentrop, Klop, Van Vulpen en Mense Ruiter.
Het DOC dankt genoemde personen en bedrijven voor de door hen verstrekte gegevens. Het DOC dankt bovendien webmaster Jan Albert Buiskool voor het verzorgen van de homepage www.organistenkring.nl, waarop deze inventarisatie is geplaatst.
De orgels worden geplaatst in volgorde van plaatsnaam.
Bij elk orgel wordt vermeld:
adres van het gebouw,
bouwer en bouwjaar, oorspronkelijke dispositie,
eventuele veranderingen (door wie en wanneer), huidige dispositie met manuaal-en pedaalomvang, toonhoogte en stemming,
wie het onderhoud heeft en eventuele andere bijzonderheden.
Indien een orgel tot het de zgn. monumentale orgels wordt gerekend, dan wordt dit achter de plaatsnaam tussen haakjes vermeld. Hierbij worden drie afkortingen gebruikt:
MN = MONUMENTNUMMER = het nummer, waaronder kerk en orgel bij de
Rijksdienst voor de Monumentenzorg bekend zijn.
ON = ORGELNUMMER = nummer, waaronder het orgel op de lijst van
monumentale orgels is geplaatst
OE = het deel van de Orgelencyclopedie (“Het historische orgel in Nederland”),
waarin het orgel is behandeld.
Het DOC verzoekt alle kerkenraden en organisten binnen de Doopsgezinde Broederschap en andere gebruikers van deze inventarisatie eventuele fouten in de gegevens en aanvullingen aan het DOC door te geven.
Daartoe kan men zich wenden tot de secretaris van de werkgroep kerkmuziek (adres: zie Doopsgezind jaarboekje)
of tot Folkert Binnema,
Schaepmanstraat 11,
8603 AW Sneek / telefoon 0515-414182 / e-mail: folkert@binnema.net
Mechanische tractuur, speeltafel links (vanuit de kerk gezien)
Manualen C-f′′′, Pedaal C-d′
Stemming evenredig-zwevend, a = 440 hz.
Onderhoud Flentrop.
In het najaar van 2013 is het Ibach orgel in de DG kerk van Aalsmeer opnieuw gerestaureerd door de firma Flentrop.
De windladen van het hoofdwerk en het onderpositief waren sterk door de tand des tijds aangetast (in 1991 ook wel enigszins maar had nog geen prioriteit). Er waren krimpscheuren in de houten delen ontstaan. Hierdoor was het orgel niet goed meer op stemming te brengen en klonk het soms heel vals (doorspraak en bijspraak).
Aangetaste houten delen zijn vervangen en de laden zijn voorzien van speciaal leer om het geheel goed winddicht te maken.
De balg boven is geheel vervangen vanwege houtwormaantasting.
Voorts is het trompet 8′ register gerestaureerd. Geoxideerde onderdelen zijn vernieuwd en gelijk met de overige registers opnieuw geïntoneerd.
Tenslotte is het speelmechaniek opnieuw afgeregeld, waardoor het orgel weer uitstekend bespeelbaar is.
Een ware metamorfose vergeleken met de situatie voor de restauratie.
Op 5 januari 2014 is het orgel feestelijk in gebruik genomen met een concert van ruim anderhalf uur door zeven organisten, die in oecumenisch verband met onze gemeente verbonden zijn.
AARDENBURG
Weststraat 37, Aardenburg
Stephanus Schumacher uit Eupen/België
Op 12 mei 2013 werd met een bespeling door Jochanan van Driel een nieuw Schumacher-orgel in de Doopsgezinde Kerk van Aardenburg in gebruik genomen. Helemaal nieuw was het instrument niet: in 1988 werd het door de orgelmaker uit het Belgische Eupen gebouwd voor de Onze Lieve Vrouwekathedraal in Antwerpen. Daar werd het gebruikt voor de begeleiding van het jongenskoor. Het oude Schumacher-orgel te Aardenburg uit 1976 werd door de orgelbouwer ingenomen en staat in de werkplaats te koop.
De dispositie van het Schumacher-orgel (1988):
Buorren 1, Akkrum
L. van Dam en Zonen,1871
Helaas is er geen bestek bewaard gebleven.
De oorspronkelijke dispositie was
MANUAAL I
MANUAAL II
Prestant 8′
Salicionaal 8′ (C-E in Fluit dolce)
Bourdon 16′
Viool de Gambe 8′ (C-H in Fluit dolce)
Holpijp 8′
Fluit dolce 8′
Octaaf 4′
Fluit travers 4′
Quintprestant 3′
Gemshoorn 2′
Octaaf 2′
Lege sleep.
Roerfluit 4′C
Cornet III disc. (2 2/3- 2-1 3/5)
Trompet 8′ Bas/Disc.
Manuaalomvang C-g′′′, aangeh. Ped. C-d′
Aanvankelijk wordt het onderhoud door de bouwer uitgevoerd. Van 1884 tot
1914 is het onderhoud in handen van Bakker en Timmenga. Daarna gaat het
weer naar Van Dam, in 1932 naar Vaas en Bron. Grotere werkzaamheden zijn er
verricht in 1915, 1919 en 1932. Wanneer wat gedaan is, is niet duidelijk, maar
op het hoofdmanuaal wordt de Quintprestant vervangen door een Viola 8′,
op het bovenmanuaal de Gemshoorn 2′ door een Aeoline 8′.
Op de laatste sleep van het bovenmanuaal wordt een Vox Humana 8′ geplaatst
(eigenlijk is dat een doorslaande Hobo van fabrieksmakelij). Waarschijnlijk was
de plaats gereserveerd voor een Klarinet 8′. In 1899 worden pedaal en walsbord
vergroot tot de omvang C-d′, aanvankelijk was die C-g.
In 1967 worden er een aantal veranderingen aangebracht door W.Eppinga. Hij
verschuift het tertskoor in de Cornet tot een Quint 1 1/3′ en noemt het register
dan Mixtuur. De Viola wijkt voor een Quintprestant, de Aeoline voor een Terts
1 3/5. In deze 3 registers missen enige pijpjes.
Het onderhoud gaat vervolgens naar Hendriksen en Reitsma, die in 2004 een
grote restauratie uitvoeren onder advies van Jan Jongepier. De Cornet wordt
hersteld, een nieuwe Quintprestant en een nieuwe Gemshoorn worden in
passende factuur gemaakt. Hiermee is de oorspronkelijke dispositie hersteld. De
Vox Humana wordt gehandhaafd, omdat er geen originele Klarinet beschikbaar
is en er ook geen ervaring is in het maken van dit register. Het aangehangen
pedaal houdt de omvang C-d′.
ALKMAAR (OE 1819-1840 )
Koningsweg 12, Alkmaar
Flaes en Brünjes, 1866
Het orgel is gebouwd achter een bestaand front van J.C. Deytenbach.
Wijzigingen en herstel door Vermeulen Alkmaar in 1924 en 1951, door Adema
in 1973.
Grotestraat 57, Almelo
Friderich Heilmann uit Herbern/Westfalen, 1791
Het orgel werd op 11 juli 1791 opgeleverd, maar reeds op 10 december van dat jaar sloot de kerkenraad een contract met Jacob Courtain, later aangevuld met een tweetal deelcontracten.
Onduidelijk is waarom zo snel na de oplevering door Heilmann al een andere orgelbouwer wordt aangetrokken. Hoewel Heilmann mogelijk niet tot de grootste orgelbouwers uit zijn tijd gerekend mag worden, zijn er geen aanwijzingen, dat zijn instrument niet goed functionneerde.
Een mogelijke verklaring zou kunnen zijn, dat Courtain – die zich zelf heeft aangeboden – veel moderner was dan Heilmann.
Hij werkte van 1792 tot 1803 met tussenpauzen aan het orgel, hij herzag de laden, vernieuwde het regeerwerk en breidde de dispositie uit.
Restauraties en vernieuwingen vonden plaats in 1841 door Jacobus Ambrost uit Haaksbergen ( o.a. plaatsing van een Fagot 16′ op het pedaal),
in 1878 door Elberink uit Oldenzaal (o.a. verlaging van de toonhoogte)
en in 1922 door De Koff (o.a. vervanging van de tongwerken, nieuwe klaviaturen en een pneumatische
Subbas 16′ in het pedaal, waarvoor de Fagot 16′ moest verdwijnen).
In 1954-56 restaureerde Leeflang het orgel onder advies van Dr. Maarten Vente. Er vond geen historisch vooronderzoek plaats.
Omdat het orgel zeer geleden had onder de kerkrestauratie in 1978, was een nieuwe restauratie nodig.
Uit het historisch onderzoek door Aart van Beek blijkt dan dat het pijpwerk grotendeels van Heilmann is.
In 1985 begint Leeflang met de in 5 fasen opgezette nieuwe restauratie. Deze wordt na 2 fasen stopgezet i.v.m. een verzakking van de pilaren, waarop de orgelgalerij rust. Nadat deze situatie gestabiliseerd is, wordt het orgel begin 2005 gedemonteerd door de firma Reil.
Na grondig onderzoek door de huidige adviseur Wim Diepenhorst wordt een restauratieplan opgesteld, waarna Reil met de restauratie begint.
Het pijpwerk krijgt zijn oorspronkelijke plaats en wordt zo nodig door Reil aangevuld. Op 9 juni 2006 is het orgel in gebruik genomen.
Huidige dispositie met herkomst van het pijpwerk: Manuaal (= bovenmanuaal, C-f3)
De toonhoogte, die sinds 1791 verlaagd was, is teruggebracht tot de oorspronkelijke, waarbij a1 470 Herz is, d.w.z. ruim een halve toon boven normal. De stemming is evenredig-zwevend.
Een uitvoerige en interessante beschrijving van het orgel en zijn bewogen geschiedenis werd onder de titel “Wyl zy buiten alle regelen gemaakt is” uitgegeven door de Doopsgezinde Gemeente Almelo.
Het kost 8 Euro, verhoogd met 2.26 verzendkosten.
Het kan besteld worden bij de heer Bergsma te Wierden, tel. 0546-575730
of per e-mail pu.bergsma@hetnet.nl
ALMERE, geen pijporgels aanwezig, wel electronicums.
AMELAND, zie BALLUM, HOLLUM en NES
AMERSFOORT, zie POPPINGAWIER
AMSTERDAM, ALLEMAN
Den Bloeyenden Wijngaardt 1, Amstelveen Geen pijporgel aanwezig, wel een piano
AMSTERDAM, MEERPAD
Meerpad 9, Amsterdam-Noord
Jan Hoogenes (Sprang Capelle), 1981-1982
Holpijp 8′
Samenstelling Mixtuur
Roerfluit 4′
C 1-2/3, c 1 1/3-1, c′ 2-1 1/3, c′′ 2 2/3-2
Quint 2 2/3′ diskant
Prestant 2′
Mixtuur II 1′
Alle registers gedeeld, manuaalomvang C-f′′′, aangehangen Ped. C-d′ In 2011 is de dispositie gewijzigd, de Mixtuur is vervangen door Terts 1 3/5′ discant en Octaaf 1′ bas. Hiervoor is pijpwerk van de mixtuur gebruikt, slechts 4 pijpjes van de terts zijn nieuw gemaakt. Namens Hendriksen en Reitsma zijn deze werkzaamheden uitgevoerd door De With uit Nunspeet
Onderhoud: onderhoud Hendriksen en Reitsma
AMSTERDAM, MENNO SIMONSHUIS:
Geen pijporgel aanwezig, wel een electronicum
AMSTERDAM, SINGELKERK (MN 5402, ON 60, OE 1769-1790)
Singel 452, Amsterdam
Kaat en Tijhuis 1983, onder advies van Dick Klomp
GRAND-ORGUE
RÉCIT EXPRESSIF
PÉDALE
Bourdon 16′
Flûte Douce 8′
Contrebasse 16′ (1930)
Montre 8′ (1777)
Viole de Gambe 8′ (1930)
Soubasse 16′ (1930)
Salicional 8′
Voix Célestes 8′ (1930)
Flûte 8′
Bourdon 8′
Prestant 4′
Flûte 4′
Octave 4′
Flûte 4′
Bombarde 16′
Flûte Octaviante 4′
Nasard 2 2/3
Trompette 8′
Doublette 2′
Quarte de Nasard 2′
Fourniture IV
Tierce 1 3/5′
Copula
Cornet V
Piccolo 1′
Tirasse Grand-Orgue
Trompette 8′
Plein Jeu III
Tirasse Réc. Expr.
Clairon 4′
Hautbois 8′
Tremblant du G.O.
Voix Humaine 8′
Tremblant du Réc.
De tractuur is mechanisch, de speeltafel zit aan de linkerzijde (gezien vanuit de
kerk. Er is een tweede (electrische) speeltafel beneden in de kerk. De registers
worden electrisch bediend, het orgel heeft een electronische setzer met 1000
geheugenplaatsen.
Manuaalomvang C-g′′′, Pedaal C-f′
De stemming is evenredig-zwevend, a = 438 Herz.
Het front is van Strumphler, die in 1777 het eerste orgel in deze kerk bouwde.
Dit werd in 1930 vervangen door een pneumatisch orgel van Van Leeuwen, die
de oude kas en de frontpijpen handhaafde. Ook Kaat en Tijhuis handhaafden het
oude front, benevens enige registers uit 1930.
Onderhoud: Hendriksen enReitsma.
AMSTERDAM, ZAAL KARPERWEG 5
Verschuren, electrisch unit-orgel
MANUAAL
PEDAAL
Prestant 8′
Subbas 16′
Bourdon 8′
Gedekt 8′
Prestant 4′
Koraal 4′
Fluit 4′
Octaaf 2′ (registers gedeeld)
Manuaalomvang C-f′′′, pedaal C-d′
Onderhoud: onderhoud Hendriksen en Reitsma
ST. ANNAPAROCHIE
Geen pijporgel aanwezig. Het aanwezige electronicum staat achter het oude front, het binnenwerk is rond 1985 verkocht (aan iemand op Ameland ?).
APELDOORN
Paslaan 6, Apeldoorn
Flentrop, 1957
HOOFDWERK
BORSTWERK
PEDAAL
Prestant 8′
Holpijp 8′
Bourdon 16′
Roerfluit 8′
Koppelfluit 4′
Prestant 8′
Octaaf 4′
Prestant 2′
(transmissie HW)
Vlakfluit 2′
Quint 1 1/3′
Gedekt 8′
Mixtuur II-III
Regaal 8′
Quintadeen 4′
Koppelingen HW-BW, PED.-HW, PED.-BW (als treden)
Mechanische tractuur, balansklavieren.
Het Borstwerk is voorzien van roldeuren.
Manuaalomvang C-f′′′, Pedaal C-d′
Dit orgel is oorspronkelijk gebouwd voor de Doopsgezinde kerk in Nijmegen.
Het kerkgebouw in Nijmegen is in 1944 ten gevolge van oorlogshandelingen
verbrand. In 1952 werd de door gemeenteleden nieuw gebouwde kerk in
gebruik genomen. In 1988 ging de Doopsgezinde Gemeente Nijmegen een
samenwerkingsverband met de plaatselijke Remonstrantse Gemeente aan,
waardoor kerk en inventaris niet langer nodig waren. In hetzelfde jaar 1988 werd
de Doopsgezinde kerk van Apeldoorn door een brand getroffen. Ook hier werd
een nieuwe kerk gebouwd. Orgel en preekstoel van Nijmegen werden door
Apeldoorn overgenomen.
Onderhoud: Reil
ARNHEM
De Doopsgezinde kerk in Arnhem is in 1999 gesloten, het door Leichel uit
Lochem in 1890 gebouwde orgel is verkocht aan de Gereformeerde Gemeente
te Rhenen. De Doopsgezinde Gemeente kerkt nu in de Waalse kerk.
ASSEN
Geen pijporgel aanwezig, men gebruikt een pedaalharmonium.
Manuaalomvang C-f′′′,aangehangen pedaal C-g.
Mechanische sleeplade.
In 1998 is de kerk aan een particulier verkocht, die het gebouw als
woonhuis gebruikt en het orgel heeft laten staan.
Het orgel is in 2008 verkocht aan een liefhebber in Woudenberg,
die het materiaal wil gebruiken om zelf een groot orgel te bouwen.
Alleen het front is in Baard achter gebleven.
BAARD-ITENS, zie Itens
BAARN-SOEST
Eemnesserweg 63b, Baarn
Tussen 1910 en 1920 bouwde N.A. van den Berg uit Aalten een orgel voor een particulier in Soest.
Dit werd in 1930 geplaatst in de Doopsgezinde kerk te Baarn (door wie is niet zeker, mogelijk door Valckx & Van Kouteren) en daar op 13 juni van dat jaar in gebruik genoemen.
Dit instrument had pneumatische kegelladen en beschikte waarschijnlijk over 8 registers, verdeeld over 2 manualen, benevens een pedaal met 2 transmissies.
De dispositie was vermoedelijk
Manuaal I
Manuaal II
Pedaal
Bourdon 16′
Salicionaal 8′
Subbas 16′
Prestant 8′
Viola di Gamba 8′
Fluitbas 8′
Holpijp 8′
Voix Celeste 8′
Koppels II-I, I-Ped., II-Ped.
Octaaf 4′
Roerfluit 4′
I-II 16′-I, II 4′-I, Ped.4′- Ped.
1 vrije en 4 vaste combinaties.
In 1980 wordt aan 3 orgelbouwers een offerte gevraagd voor verbetering van het orgel. In november 1982 sluit de kerkenraad een contract met Jan Bruijn uit Enkhuizen. Met gebruikmaking van het bestaande pijpwerk bouwt hij een nieuw orgel met mechanische sleepladen, eveneens met 2 manualen en pedaal. Kosten fl.25.000 exclusief nieuw pijpwerk. Dit wordt in mei 1985 in gebruik genomen. De dispositie is dan:
Manuaal I
Manuaal II
Pedaal
Prestant 8′
Salicionaal 8′ (C-B = Holpijp)
Subbas 16′
Octaaf 4′
Holpijp 8′
Gedekt 8′
Roerfluit 8′(C-B = Holpijp)
Roerfluit 4′
(C-d’ uit Subbas)
Sesquialter II
Viola di Gamba 8′ (vanaf c)
(over gehele manuaal)
Nasard 2 2/3′
Mixtuur II-III-IV
Flageolet 2′
Octaaf 2′ (gereserveerd)
Koppelingen (als trede) II-I, I-Ped.,II-Ped., II 4′-Ped.
Manuaalomvang C-f”’, Pedaalomvang C-d’
Er zijn nog 3 extra registertrekkers, te weten:
Tacet op Manuaal I (er is echter geen plaats om nog een register te plaatsen),
Terts 1 3/5′ en Muet op Manuaal II (wel boorgaten, geen sleep).
In 2002 vraagt de kerkenraad advies aan het DOC over de mogelijkheden tot verdere optimalisering van het orgel.
Het blijkt dat er in 1985 geen restauratieplan is opgesteld waarin nauwkeurig is aangegeven, welke werkzaamheden er zullen worden verricht.
De herkomst van het pijpwerk is niet te achterhalen.
Piet Beun en Folkert Binnema overleggen namens het DOC met de orgelmaker Peter van den Akker uit Hoofddorp.
In een later stadium wordt Gerco Schaap (hoofdredacteur van “De Orgelvriend”), die tot de regelmatige bespelers van dit orgel behoort, in het overleg betrokken.
Er wordt er een plan tot verbetering opgesteld, dat door Peter van den Akker in fasen wordt uitgevoerd.
De intonatie van de houten baskant van de Holpijp 8′ en de Roerfluit 8′, benevens de intonatie van het pedaal verbeterd, voor zover de situatie dit toeliet.
De baskant (C-gis) van de Sesquialtera is stom gemaakt, zodat tijdens het koraalspel met de Sesquialtera als uitkomende stem het pedaal aan het Hoofdwerk gekoppeld kan worden.
De Viola di Gamba is iets hoger gestemd dan de andere labialen, zodat hij samen met de iets sterkere Salicionaal een Voix Celeste vormt .
Als laatste wordt in 2006 een Octaaf 2′ aangekocht en op de daarvoor gereserveerde plaats op het Hoofdwerk geplaatst.
De genomen maatregelen hebben een positief effect op de klankkwaliteit en de speelmogelijkheden van het orgel.
Een uitvoeriger beschrijving van dit orgel is te vinden in “de Orgelvriend” van februari en april 2007, waaraan een aantal gegevens is ontleend. Gerco Schaap maakte tevens de foto’s. De huidige dispositie is:
Manuaal I
Manuaal II
Pedaal
Prestant 8′
Salicionaal 8′ (C-B = Holpijp)
Subbas 16′
Octaaf 4′
Holpijp 8′
Gedekt 8′
Octaaf 2′
Roerfluit 4′ (C-d uit Subbas)
Mixtuur II-III-IV
Viola di Gamba 8′(vanaf c)
Koppelingen: II-I,
Roerfluit 8′
Nasard 2 2/3′
I-Ped., II-Ped,
Sesquialter II, af a
Flageolet 2′
II 4′-Ped. (als treden)
Manuaalomvang C-f”’
Pedaalomvang C-d’
Tremulant op Manuaal II
Nadat Peter van den Akker in 2010 naar Letland verhuisde is het onderhoud overgegaan naar de fa. Elbertse in Soest.
Mechanische sleeplade, 1 manuaal met 2 laden.
Manuaalomvang C-f′′′, aangeh. Ped. C-c′
De Quint is in 1979 door een onbekende bouwer geplaatst. Nadat iemand uit
Hippolytushoef het orgel had gestemd, heeft door bemiddeling van A. Zuiderhof
in 2004 een nieuwe stemming plaats gevonden door Paul Hartog, een
gepensioneerde stemmer van Kaat en Tijhuis.
BALK-WOUDSEND, zie Balk en Woudsend.
BALLUM: geen pijporgel aanwezig, wel een electronicum
BEEMSTER-OOSTHUIZEN (ON 982 OE 1886-1894)
Middenweg 86, Noordbeemster
Flaes 1887
Prestant 8′ bas/discant
Holpijp 8′
Viola di gamba 8′ bas/discant (Flentrop 1915)
Voix-Celeste 8′ (vanaf f, Flentrop 1915)
Octaaf 4′
Roerfluit 4′
Octaaf 2′
Manuaal C-f′′′, aangeh. Ped. C-d′
Mechanische tractuur, speeltafel aan de rechterzijkant (vanuit de kerk gezien)
De stemming is evenredig-zwevend, de toonhoogte normaal
Onderhoud: Flentrop. Er is geen electrische windvoorziening.
Manuaal C-f′′′, aangeh. C-d′
Mechanische tractuur. Speeltafel rechterzijde (vanuit de kerk gezien)
Het pijpwerk is – m.u.v. de Prestant 8′ – in een d.m.v. een voettrede te bedienen zwelkast geplaatst.
Stemming evenredig-zwevend, toonhoogte normaal.
Het orgel is in 1912 door Van Gelder overgeplaatst in de toen gebouwde nieuwe kerk.
In 2012 is het orgel door Flentrop gerestaureerd (de windlade was gescheurd, de bekleding van de balg was versleten,
er was veel lekkage, pijpen waren beschadigd).
Op aanraden van de organist Simon Groenveld uit Hoofddorp is de Voix Celeste vervangen door een Quintfluit 2 2/3 discant.
In de orgelkast is de plaatsing van een Subbas 16′ voor het pedaal voorbereid,
het daarvoor benodigde pijpwerk (afkomstig uit de Singelkerk in Amsterdam) is beschikbaar, maar er zijn nog niet voldoende middelen om deze door de organisten gewenste uitbreiding te realiseren.
Onderhoud: Flentrop.
HET BILDT, zie St. Annaparochie
BLOKZIJL (MN 454881, ON 2282 OE 1850-1858)
Breestraat 2, Blokzijl
Jan van Loo, 1858
Prestant 8′
Holpijp 8′
Viola di Gamba 8′ (Groot octaaf in Holpijp)
Octaaf 4′
Fluit 4′
Octaaf 2′
Lege plaats, gereserveerd voor Bourdon 16′
Ventiel
Calcant
Mechanische sleeplade. ‘Orchesttoon in de gelykzwevende temperatuur’.
Manuaalomvang C-f′′′, aangeh. Ped. C-f.
In 1931 werd op de lege plaats een ‘Voise Celeste 4′ geplaatst (het is een klinkende 8′ vanaf c0).
De pedaalklaviatuur is nog origineel, die van het manuaal niet. De oorspronkelijke windvoorziening
(twee schepbalgen boven elkaar in een balgstoel) is nog intact, een windmachine
is aangesloten op de onderste balg.
H.C.J.Wullink maakte in 1977 een uitvoerig rapport over de geschiedenis van dit
orgel, waarbij hij ontdekte wie de bouwer is.
In 2012 is het orgel gerestaureerd door Bakker en Timmenga onder advies van Stef Tuinstra.
Hierbij is de bestaande dispositie gehandhaafd, maar de niet originele pneumatische Tremulant vervangen door een nieuwe inliggende.
BOLSWARD (MN 9867, ON 198, OE 1790-1818)
Skilwyk 29, Bolsward
H.H. Freytag, 1810, voor de vorige kerk.
In 1851 werd het orgel door D. S. Ypma naar de nieuwgebouwde, huidige, kerk
overgeplaatst. In 1906 vonden dispositiewijzigingen plaats door Bakker en Timmenga.
De windlade kwam een meter lager te liggen, ook werd er pijpwerk verschoven.
In 1990 en 1991 restaureerden Bakker en Timmenga het orgel. Het verschoven pijpwerk
werd teruggeplaatst en de oorspronkelijke disposite werd
hersteld. De windlade bleef in de positie van 1906. De dispositie is:
Mechanische sleeplade, speeltafel rechterzijde (vanuit de kerk gezien)
Manuaalomvang C-f′′′, Pedaal C-b (was in de vorige kerk C-d′)
Stemming 1/6 komma, a = 447 Herz.
Samenstelling Mixtuur:
C
c
c′
c′′
c′′′
1 1/3
2
2 2/3
4
5 1/3
1
1 1/3
2
3 1/5
4
2/3
1
1 3/5
2 2/3
3 1/5
2/3
1 1/3
2
2 2/3
1 1/3
2
2 2/3
Onderhoud: Bakker en Timmenga.
BORNE (MN 9921, ON 206, OE 1878-1886)
Ennekerdijk 31, Borne
Carl Haupt und Sohn uit Oster-Cappeln, 1884
MANUAAL I
MANUAAL II
PEDAAL
Geigenprincipal 8′
Harmonium 8′
Posaune 16′
Fugara 8′
(doorslaande tongen)
Rohrflöte 8′
Doppelflöte 4′
Spitzflöte 2′
Manuaal 1 heeft een mechanische sleeplade, de lade van Manuaal 2 is een
tongenkast, waarvan de originele steminrichting verdwenen is.
Manuaalomvang C-f′′′, Pedaal C-d′
Restauratie in 1984 door Sloof uit Ouderkerk aan de Ijssel.
Het instrument werd in de oorspronkelijke staat teruggebracht,
de steminrichting voor manuaal 2 werd niet gereconstrueerd
Onderhoud: Sloof.
BOVENKNIJPE
Bakker en Timmenga, 1960 (in 1962 in deze kerk geplaatst.)
Holpijp 8′
Prestant 4′
Gemshoorn 2′
Mixtuur III
Alle registers gedeeld in bas en discant (deling tussen b en c′).
Manuaalomvang C-f′′′, er is geen pedaal.
Onderhoud: Bakker en Timmenga.
BREDA
Geen pijporgel aanwezig, wel een electronicum
BROEK OP LANGENDIJK (ON 243 = binnenwerk, ON 1958 = kas, OE 1726-1769)
Dorpsstraat 202, Broek op Langendijk
Lodewijk Ypma, 1882
Prestant 8′ (C-E als Roerfluit)
Viola di Gamba 8′ (C-B in Prestant)
Holpijp 8′
Octaaf 4′
Fluit 4′
Quint 3′
Octaaf 2′
Ventiel
Twee voettreden, de linker stelt een vaste combinatie (Octaaf 4′, Fluit 4′,
Quint en Octaaf 2′) in werking, de rechter schakelt die uit,
Mechanische sleeplade, speeltafel rechterzijde (vanuit de kerk).
Manuaal C-f′′′, aangeh. Ped. C-f. Stemming evenredig-zwevend, a = 440 Herz.
Restauratie 1982 door Koch uit Apeldoorn (?)
De kas komt is afkomstig uit een R. K. schuilkerk te Limmen en dateert uit 1732
Het onderhoud werd tot 2005 gedaan door Huider, Heerhugowaard (oud-werknemer van Flentrop). Sindsdien wordt het onderhoud verzorgd door Bakker en Timmenga. Nadat enkele provisorische werkzaamheden voorlopig soelaas boden, ging de toestand van het orgel snel verder achteruit. In 2015 heeft Bakker en Timmenga het orgel volledig gerestaureerd, waarbij Folkert Binnema namens het DOC als adviseur optrad.
BUITENPOST
Julianalaan 12a, Buitenpost
Verschueren uit Heithuyzen, 1968
Prestant 8′ discant
Holpijp 8′
Prestant 4′
Fluit 2′
Mixtuur II-III
Alle registers gedeeld, mechanische sleeplade, speeltafel achterzijde.
Manuaal C-g′′′, aangeh. Ped. C-f′
Onderhoud: Bakker en Timmenga.
DEN BURG ((MN 35317, ON 319, OE 1872-1878)
Vermaningsglop, Den Burg
Flaes, 1876
MANUAAL I
MANUAAL II
PEDAAL
Bourdon 16′
Salicionaal 8′
Bourdon 16′
Prestant 8′
Holpijp 8′
Manuaalkoppel
Octaaf 4′
Viola di Gamba 8′
Pedaalkoppel-I
Quint 3′
Roerfluit 4′
Pedaalkoppel-II
Octaaf 2′
Mixtuur III bas
Cornet IV discant
Mechanische tractuur, speeltafel rechterzijde (vanuit de kerk gezien)
Manuaalomvang C-f′′′, Pedaal C-d′.Stemming evenredig-zwevend, a = 440
Het pijpwerk is nog geheel origineel, het pedaal was aangehangen, slechts de
Bourdon van het pedaal en de beide pedaalkoppels zijn in 1981 toegevoegd.
Onderhoud: Flentrop.
BUSSUM-NAARDEN
Wladimirlaan 10, Bussum
Spiering, Dordrecht, 1948
Het orgel is ongewijzigd, behalve de uitbreiding van de Holpijp met de
tonen fis′′′-f′′′′ (met behulp van de Octaafkoppel ontstaat er dan een
gedekte Fluit 4′)
Prestant 8′
Viola di Gamba 8′
Holpijp 8′
Octaaf 4′
Nasard 2 2/3′
Blokfluit 2′
Alle registers zijn gedeeld in bas en discant
Tremulant, octaafkoppel, tutti, pedaal-klavierkoppel.
De toonhoogte is a= 440 Hz.
Het orgel heeft electrische tractuur.
Onderhoud: S. de Wit en Zn.,Nieuw-Vennep.
DAMWOUDE (ON 282, OE 1878-1886)
Doniawg 34, Damwoude
Bakker en Timmenga, 1885
LADE I
LADE II
PEDAAL
Prestant 8′
Holpijp 8′
Bourdon 16′
Viola di Gamba 8′
Aeoline 8′
Roerfluit 8′
Octaaf 4′
Viola 4′
Woudfluit 2′
Fluit harmoniek 4′
Cornet III
Bourdon 16′ bas en discant
Trede afsluiter lade I,
trede afsluiter lade II,
pedaalkoppel, tremulant.
Mechanische sleeplade, Manuaalomvang C-f′′′, pedaal C-c′.
Onderhoud: Bakker en Timmenga.
DELFT
Wooncentrum Abtswoude, Aart van der Leeuwlaan 322, Delft
S. de Wit en Zn. uit Nieuw Vennep, 1989
MANUAAL 1
MANUAAL 2
PEDAAL
Bourdon 16′
Bourdon 8′
Subbas 16′ (electronisch)
Prestant 8′
Prestant 4′
Gedakt 8′
Holpijp 8′
Fluit 4′
Octaaf 4′
Fluit 4′
Nasard 2 2/3′
Gedekt 4′
Octaaf 4′
Woudfluit 2′
Octaaf 2′
Quint 2 2/3′
Quint 1 1/3′
Octaaf 2′
Terts 1 3/5′(afgeleid van Prestant 4′)
Tremulant over het hele orgel
Electrische tractuur, speeltafel aan de voorzijde. Manualen C-f′′′, Ped. C-d′
Stemming evenredig-zwevend, a = 440 Herz.
Onderhoud: S. de Wit en Zn.
De Doopsgezinde Gemeente te Delft heeft geen eigen kerkgebouw. De
kerkdiensten, die in samenwerking met de VVH worden georganiseerd, vinden
plaats in de kerkzaal van Abtswoude. Het orgel wordt beheerd door een
commissie. De gemeente, die de dienst organiseert, stort per dienst een
bedrag in een orgelfonds, waaruit het onderhoud van het instrument wordt
betaald.
DEN HELDER (ON 324, OE 1858-1865)
“De Driemaster”, Kerkgracht 49, Den Helder
Flaes en Brünjes, 1863
Oorspronkelijke dispositie:
HOOFDWERK
BOVENWERK
Prestant 8′
Holpijp 8′
Octaaf 4′
Salicionaal 8′(C-B in Holpijp)
Quint 3′
Fluit 4′
Octaaf 2′
Cornet IV discant
Mechanische sleeplade,
manuaalomvang C-f′′′, aangeh. Ped. C-c′,
manuaalkoppel.
In 1924 werd het orgel gewijzigd door Spanjaard.
Op het bovenwerk werd een pneumatische Vox Celeste 8′ toegevoegd,
het pedaal kreeg een eveneens pneumatische Gedekt 16′,
verder werd de Quint opgeschoven tot een zgn. Dubbelfluit 8′
(d.w.z. Spanjaard plaatste nieuw pijpwerk op de toetsen C-fis en gebruikte voor de toetsen g-f′′′ de pijpen C-bes′ van de Quint).
Tenslotte werden er een pedaalkoppel en een tremulant aangebracht.
De manuaalklavieren zijn origineel, het pedaalklavier is van Flentrop.
De oorspronkelijke manuaaldispositie is hersteld, het pedaal is mechanisch gemaakt en bestaat thans uit Bourdon 16′ en Holfluit 8′(unit-lade). <!–
Onderhoud J.Bruin/Enkhuizen–>
In 2008 is het orgel schoongemaakt door Flentrop.
Sindsdien heeft deze firma het orgel in onderhoud.
In 1949 werkt Van Leeuwen aan het instrument, hij plaatst een nieuwe extra
windlade achter het front, waarop de Trompet van het Zwelwerk, de Prestant 4′
van het 1e Manuaal en een nieuwe Mixtuur worden geplaatst. Op de
oorspronkelijke plaats van de Prestant 4′ komt een nieuwe Quintadeen, op de
oorspronkelijke plaats van de Trompet 8′ komt een Basson-Hobo. De inliggende
tremulant wordt vervangen door een pneumatische tremulant.
In 2000 vindt een restauratie plaats door Gebr. Reil, onder advies van Rudi van
Straten. De huidige dispositie is:
MANUAAL 1
MANUAAL 2
PEDAAL
Bourdon 16′
Holpijp 8′
Subbas 16′
Prestant 8′
Fluit Traversière 8′
Octaaf 8′
Roerfluit 8′
Gamba 8′
Koppel Ped.-I
Quintadeen 8′
Vox Celeste 8′
Koppel Ped.-II
Prestant 4′
Flute Octaviante 4′
Koppel I-II
Fluit Dolce 4′
Flageolet 2′
Trede Tongwerk af
Octaaf 2′ (2000)
Basson Hobo 8′(1949)
(schakelt Tr. 8′ en
Mixtuur III-V (2000)
Mixtuur uit)
Trompet 8′
Tremulant
Mechanische tractuur, Manualen C-f′′′, Ped. C-d′
Het door van Leeuwen aangebrachte VEKA-systeem werd verwijderd, voor
het nieuwe pijpwerk was het orgel in de St. Martinuskerk te Sneek het
uitgangspunt.
Onderhoud: Reil
DOETINCHEM
De Doopsgezinde Gemeente houdt eenmaal in de 3 weken een dienst in de
Lutherse kerk, waarbij het daar aanwezige pijporgel wordt gebruikt.
DOKKUM (MN 13153, ON 356, OE 1850-1858)
“Verenigde Christelijke Gemeente”, Legeweg 14, Dokkum
Van Dam, 1863
MANUAAL
PEDAAL
Prestant 8′
Bourdon 16′ (pneumatisch)
Viola 8′
Tremulant over het gehele orgel
Bourdon 16′
Vox Celeste 8′
Holpijp 8′
Octaaf 4′
Quint 3′
Gemshoorn 2′
Roerfluit 4′
Cornet III discant
Trompet 8′ bas/discant
Vanaf 1798 vormen Doopsgezinden en Remonstranten in Dokkum een
Verenigde Christelijke Gemeente, die in 1852 het huidige kerkgebouw
liet neerzetten. Het kabinet-ogel, dat vanaf 1831 in de oude kerk
gebruikt werd, verhuisde mee naar het nieuwe gebouw, waar het door
Hardorff achter een echt kerkorgelfront werd geplaatst. Dit front
werd in 1863 gehandhaafd.
Rond 1900 restaureerden Bakker en Timmenga het instrument.
In 1936 vonden ingrijpende wijzigingen plaats door Valckx en Van Kouteren.
In 1979 werd het orgel gerestaureerd door Bakker en Timmenga, waarbij
het in de oorspronkelijke staat werd teruggebracht.
Het orgel heeft mechanische sleeplade, waarbij het pijpwerk over 2 laden
is verdeeld.
Deze laden worden ieder afzonderlijk door een trede in- of uitgeschakeld.
Op de lade achter het front zijn de 8′ registers, de Bourdon en de
Octaaf 4′ geplaatst, de andere manuaalregisters staan op de tweede lade.
De pneumatische Bourdon van het pedaal staat buiten de lade.
Onderhoud: Bakker en Timmenga.
Een restauratie is in voorbereiding.
DORDRECHT
S. M. Hugo van Gijnweg 12, Dordrecht.
N. D. Slooff/Ouderkerk a.d. Ijssel, 1965-1970.
Oorspronkelijk gebouwd voor de Gereformeerde
Gemeente in Berkenwoude.
In Dordrecht geplaatst door René Nijsse in 1996.
Holpijp 8′
Manuaalomvang C-g′′′
Prestant 4′
Aangeh. Ped. C-f′
Roerfluit 4′
Octaaf 2′
Mixtuur 1 1/3′ II
Onderhoud: Nijsse
DRACHTEN-URETERP (MN 33977, ON 372, OE 1850-1858)
Zuiderpromenade 28, Drachten
L. van Dam en Zn., 1857
HOOFDWERK
BOVENWERK
Prestant 8′
Salicionaal 4′
Bourdon 16′
Viola di Gamba 8′
Holpijp 8′
Fluit Dolce 8′
Octaaf 4′
Fluit travers 4′
Superoctaaf 2′
Nachthoorn 2′
Quintfluit 3′
Flageolet 1′ (oorspr. Dulciaan 8′)
Roerfluit 4′
Cornet III discant
Trompet 8′ bas/diskant
Mechanische tractuur, speeltafel achterzijde.
Manualen C-g′′′, aangeh. Ped. C-a
Stemming evenredig-zwevend, a = 440
Onderhoud: Bakker en Timmenga.
EDAM (MN 14371, ON 468, OE 1902-1910)
An Nieuwenhuzenplein 6, Edam
Bakker en Timmenga, 1903
Prestant 8′
Viola di Gamba 8′
Bourdon 8′
Octaaf 4′
Roerfluit 4′
Octaaf 2′
Mechanische sleeplade,, Manuaalomvang C-f′′′,
aangeh. Ped. C-g
Het orgel is gebouwd voor de Gereformeerde kerk van Gaastmeer
en werd na restauratie door Bakker en Timmenga
in 1994 door deze orgelmakerij in Edam geplaatst.
Onderhoud: Bakker en Timmenga
EENRUM-MENSINGEWEER
Geen pijporgel aanwezig, wel een electronicum
EINDHOVEN (OE 1886-1894)
Da Costaweg 16, Eindhoven
Het orgel, dat midden 19e eeuw voor de Herv. kerk in Huins werd gebouwd, is
in 1961 verkregen via Ds. M.C. Postema en in Eindhoven geplaatst door Verschuren/Heythuizen.
De bouwer is niet bekend, genoemd worden Adema en Kruse, beide uit Leeuwarden.
Grondige restauratie vond plaats in 1985 door de Fa. Nijsse/Oud-Sabinge.
Apeldoornseweg 185
V.d. Berg en Wendt/ Zwolle, 1962.
Oorspronkelijk gebouwd voor de Geref. Kerk te Mariënberg,
in 1994 op Mennorode geplaatst door Hendriksen en Reitsma
onder advies van het DOC, waarbij een gedeeltelijke
herintonatie werd uitgevoerd.
Pneumatische tractuur.
Manuaal C-g′′′, Pedaal C-d′.
Er is een Recitknop voor de combinatie
Viola di Gamba,Holpijp,Fluit en Bourdon.
Gelijkzwevende stemming, a = 440.
Het onderhoud was tot 1991 bij Flentrop,
vervolgens is er nog door H. Nauta
(organist van de Zuiderkerk) en
J. Bruin aan het orgel gewerkt.
Regelmatig onderhoud vindt niet meer plaats.
ENSCHEDE
Wooldrikshoekweg 41, Enschede de kerk wordt niet meer door de Doopsgezinde Gemeente gebruikt, maar is verhuurd.
Vierdag,
Holpijp 8′
Roerfluit 4′
Octaaf 2′
Quint 1 1′3
Alle registers zijn gedeeld in bas en discant.
Mechanische sleeplade, speeltafel aan de voorzijde,
omvang C- d′′′, geen pedaal.
Stemming evenredig-zwevend, a = 440 Herz.
Het orgel was destijds uit voorraad leverbaar.
Onderhoud: B.A.G.
Begin 2014 is het orgel verkocht aan Tirade, Centrum voor kunsteducatie in Den Helder.
De overplaatsing is verzorgd door fa. Flentrop, die ook belast is met het onderhoud.
FRANEKER
Hofstraat 1c, Franeker
Van Dam, 1828
Huidige dispositie:
Bourdon 16′ discant
Prestant 8′
Holpijp 8′
Viola di Gamba 8′
Octaaf 4′
Fluit 4′
Quint 3′
Woudfluit 2′
Mixtuur III-IV
Trompet 8′ bas /discant
Tremulant
Ventiel
Pedaalkoppel
Mechanische sleeplade. Manuaalomvang C-f′′′,
aangeh. Ped. C-d′
Onderhoud: Bakker en Timmenga.
Dit orgel is verschillende keren verplaatst en veranderd
( gegevens hieromtrent zijn ontleend aan het boek
“Vijf eeuwen Friese Orgelbouw” van Jan Jongepier):
L.J. en J. van Dam bouwden in 1828 een eenklaviers viervoets
balustrade-orgel voor de toenmalige Doopsgezinde kerk.
In 1865 werd het door L. van Dam en Zonen overgeplaatst
naar de nieuwgebouwde kerk. Bij die gelegenheid werd het
instrument voorzien van een achtvoets kas.
Het viervoets front is waarschijnlijk in 1867 aan
de Herv. kerk van Peins geleverd. Het orgel werd in 1898
door Bakker en Timmenga gerestaureerd.
In 1960 betrokken de Franeker Doopsgezinden weer
een nieuw kerkgebouw.
Het orgel werd weer overgeplaatst,
waarschijnlijk door J.v.d Bliek.
Het front ging bij deze overplaatsing verloren,
het orgel heeft sindsdien een modern, open front.
GIETHOORN
Binnenpad 50, Giethoorn
1911 Jan Proper, 1988 Hans Kriek uit Didam
HOOFDWERK
NEVENWERK
PEDAAL
Prestant 8′ P
Holpijp 8′ P
Subbass 16′ P
Openfluit 8′
Gamba 8′ P
Gedekt 8′ (transmissie)
Octaaf 4′
Fluit 4′P
Roerfluit 4′ P
Nachthoorn 2′
Manuaalkoppel
Quint 3′ P
Cornet IV disc. P
Koppel Ped.-I
Octaaf 2′P
Tremulant
Koppel Ped. -II
Mixtuur II-III
Mechanische sleeplade, behoudens een gedeelte van het front,
waarvoor electrische tractuur werd gebruikt om overlengte te voorkomen.
Manuaalomvang C-f′′′, Pedaal C-c′
Stemming evenredig-zwevend, a = 440
Jan Proper plaatste in deze kerk in 1911 een pneumatisch orgel,
waarvan het pijpwerk verdeeld werd 1 manuaal en “vrij” pedaal.
Toen dit na 50 jaren totaal versleten was,
behielp men zich met een electronicum.
Hans Kriek beschikte over een een lade van H.H. Hess,
waarop het nog bruikbare pijpwerk uit 1911 werd geplaatst.
Het ontbrekende pijpwerk werd in bijpassende factuur aangevuld.
De magazijnbalg van Proper werd vervangen door de magazijnbalg
van het voormalige orgel in de St. Helenakerk te Aalten.
GOES
1979 bouwer onbekend
uit particulier bezit
Manuaal I C-g3
Manuaal II C-g3
PEDAAL C-f1
Holpijp 8′
Gedekt 8′
Ranket 16′
Quint 2 2/3′
Roerfluit 4′
Terts 1 1/2′
Prestant 2′
Regaal 8′
Koppels
Koppel I – II
Koppel Ped-I
Koppel Ped-II
stemming: 440 Hz.
GORREDIJK-LIPPENHUIZEN
Stationsweg 60, Gorredijk
Bakker en Timmenga, 1882
Prestant 8′
Bourdon 8′
Viola di Gamba 8′ (vanaf c)
Octaaf 4′
Fluit Harmoniek 4′
Quint 3′
Octaaf 2′
Ventiel
Manuaalomvang C-f′′′, aangeh. Ped. C-g
In 1940 verhuisde het orgel naar een nieuw kerkgebouw, waar het boven de
preekstoel in een te krappe ruimte werd geplaatst, wat tot gevolg had dat het
fraaie front moest wijken voor een zinken fabrieksfaçade in een soort nis en dat de
windmachine in een onverwarmde ruimte terecht kwam. Omdat de klank zeer te
lijden had onder de te krappe plaatsing, werd het orgel in de zestiger jaren van de
20e eeuw naar de galerij tegenover de preekstoel verplaatst door Bakker en
Timmenga, die het orgel grondig restaureerden.
Onderhoud: Bakker en Timmenga.
GOUDA
De diensten worden in de Lutherse kerk gehouden,
het orgel is eigendom van de Ev. Luth. Gemeente
GRAFT, zie NOORDEINDE
GRAFTDIJK Geen pijporgel aanwezig, wel een harmonium
‘s-GRAVENHAGE
Paleisstraat 8, ‘s-Gravenhage
Flentrop 1964
Vroeger stond in de Doopsgezinde kerk te Den Haag een orgel in 1886 gebouwd door J. van Gelder, orgelmaker te Leiden. Dit orgel is in 1965 verkocht aan de NH kerk in Dwingeloo
Voordat dat orgel in Dwingeloo werd geplaatst werden nog de volgende werkzaamheden uitgevoerd:
1911: uitbreiding Van Leeuwen en ±1931: wijziging Van Leeuwen
De dispositie werd bij de overplaatsing gewijzigd. Delen van het oude orgel worden door Sloof verwerkt in een nieuw orgel voor de Sebakerk te Krimpen a.d. IJssel. (Het orgel 1978 nr. 9 blz. 264)
Dispositie van het van Gelder orgel voor plaatsing te Dwingeloo (Mededeling toenmalige organist dhr. E. Dees):
HOOFDWERK
BOVENWERK
PEDAAL
Bourdon 16′
Salicional 8′
Subbas 16′
Prestant 8′
Bourdon 8′
Bourdon 8′
Holpijp 8′
Flûte harmonique 4′
Octaafbas 8′
Octaaf 4′
Vox celeste 8′
Roerfluit 4′
Quint 2 2/3′
Piccolo 2′
Cornet V disc.
Trompet 8′
Huidige orgel:
Flentrop 1964
Holpijp 8′
De speeltafel is aan de voorzijde.
Prestant 4′
Manuaalomvang C-g′′′
Roerfluit 4′
De stemming is evenredig-zwevend, a = 440 Hz.
Quint 1 1/3′
Dit orgel had aanvankelijk geen pedaal, in december 2005 heeft Flentrop een aangehangen pedaal aangebracht, omvang C-d′ .
Gemshoorn 2′
Mixtuur II
Onderhoud: Flentrop
‘s-GRAVENHAGE, Kapel Huize Oldeslo.
Flentrop 1962, oorspronkelijk gebouwd voor de Johanneskerk in Rijswijk.
De voormalige Doopsgezinde kerk doet thans dienst als uitvaartcentrum.
Van Dam 1908?
Prestant 8′
Bourdon 16′
Violon 8′
Holpijp 8′
Aeoline 8′ (vanaf c)
Octaaf 4′
Octaaf 2′
Fluit 4′
Manuaalomvang C-g′′′,
aangeh. Pedaal C-g.
Er is geen electrische windvoorziening.
GRONINGEN
Oude Boteringestraat 33, Groningen.
Marcussen en Søn (Denemarken), 1961.
Herstel in 1992 (na een interieurvernieuwing )
door Marcussen, onderhoud bij Marcussen.
Het orgel heeft 3 manualen (C-f′′′) en vrij pedaal (C-f′).
HOOFDWERK
RUGWERK
BORSTWERK
PEDAL
Principal 8′
Principal 4′
Gedakt 8′
Subbas 16′
Rørfløte 8′
Rørgedakt 8′
Rørfløte 4′
Oktav 4′
Octav 4′
Gedaktfløte 4′
Principal 2′
Nathorn 4′
Octav 2′
Gemshorn 2′
Octav 1′
Fagot 16′
Mixtur IV-V
Quint 1 1/3′
Regal 16′
Skalmeje 4′
Trompet 8′
Scharf II-III
Sesquialtera II (vanaf g)
Krumhorn 8′
Tremulant Borstwerk, Tremulant Rugwerk
Koppels (als treden) H + R, H + B, P + H, P + R, P + B
Opmerking van de organist (Cor Edskes):
“Het orgel behoeft vanwege zijn uitzonderlijk
goede technische kwaliteit bij een een goede behandeling nauwelijks
onderhoud. In uitzonderlijke gevallen wordt een beroep gedaan op de bouwer.” http://orgel.edskes.net/
GROU (MN 22889, ON 569, OE 1872-1878)
Hoofdstraat 44, Grou
Adema 1872
Dit was een een orgel met 1 manuaal (C-g′′′) en aangehangen pedaal (C-c′).
Het had twee mechanische sleepladen, die elk met een trede afzonderlijk of
tegelijk waren in- en uit te schakelen. De dispositie was als volgt:
LADE I
LADE II
Prestant 8′
Trompet 8′ B/D
Viola 8′
Cornet III D (?)
Holpijp 8′
Quint 2 2/3′
Octaaf 4′
Roerfluit 8′
Fluit Harmonique 4′
Bourdon 16′
Octaaf 2′
Ventiel
Tremulant (?)
De windvoorziening bestond uit een voetpompinstallatie met 2 schepbalgen en
een magazijnbalg.In 1920 werkten Bakker en Timmenga aan het orgel, waarbij
het pijpwerk over 2 manualen werd verdeeld, waarvoor een nieuwe klaviatuur
werd aangebracht..
In 1991 werd het orgel gerestaureerd door Hendriksen en Reitsma onder advies
van Bas Wijnands. De nog steeds aanwezige originele windvoorziening werd
verbeterd, de in 1920 verstoorde afstand tusen de manualen en het pedaal werd
genormaliseerd, waarbij het originele Adema-pedaal gerestaureerd werd.
De huidige dispositie is als volgt:
MANAAL I
MANUAAL II
Prestant 8′
Lieflijk Gedekt 4′ (1920)
Violon 8′ (1920)
Woudfluit 2′ (1920)
Bourdon 16′ (1920, pneumatisch)
Cornet III D. (1991)
Holpijp 8′
Roerfluit 8′
Octaaf 4′
Voix Celeste 8′ (1920)
Fluit Harmonique 4′
Viola de Gamba 8′ (Viola uit 1872)
Octaaf 2′
Tremulant (1920)
Trompet 8′ (1920, kantsleep)
Ventiel (1920)
(in 1991 deling bas/discant)
Koppel I-II (1920)
Ped. – I (1991)
Ped. – II (1991)
Manuaalomvang C-g′′′, aangeh. Ped. C-c′
Mechanische tractuur, speeltafel aan de rechterzijde (vanuit de kerk gezien)
Stemming evenredig-zwevend, a = 440.
Onderhoud: Nijsse.
HAARLEM
Frankestraat 24, Haarlem
Ahrend en Brunzema/Leer, 1968
HOOFDWERK
RUGWERK
BORSTWERK
PEDAAL
Prestant 8′
Holpijp 8′
Holpijp 8′
Bourdon 16′
Roerfluit 8′
Prestant 4′
Fluit 4′
Octaaf 8′
Octaaf 4′
Roerfluit 4′
Blokfluit 2′
Octaaf 4′
Octaaf 2′
Gemshoorn 2′
Nasat 1 1/3′
Mixtuur
Mixtuur
Sesquialtera
Regaal 8′
Trompet 8′
Trompet 8′
Scherp
Bazuin 16′
Dulciaan 8′
Koppels HW-PED., RW-HW, BW-HW.
Tremulant over het hele orgel.
Mechanische sleeplade, Stemming Werckmeister III, a = 440
De manuaalomvang is C-f′′′, pedaal C-f′
Onderhoud: Ahrend.
De Doopsgezinde Gemeente beschikt tevens over een kistorgel,
in 2003 gebouwd door Klop uit Garderen.
Dispositie:
Holpijp 8′ B/D
Prestant 4′ B/D
Fluit 4′ B/D
Octaaf 2′ B/D
Quint 2 2/3′ B/D
Terts 1 3/5′ discant
Het instrument heeft een transpositiemechaniek met 4 standen, waarbij
de a′: 392, 412, 440 of 465 Herz heeft.
Bij a′= 440 Herz is de manuaalomvang C-f′′′ en begint de Terts op c′.
Al het pijpwerk is van hout. www.vdgh.org/archief/kerkorgl.htm
HAARLEM, MENNOKAPEL
Indischestraat 190, Haarlem
Klaus Becker/ Kupfermühle, 1976.
Het orgel werd gebouwd voor een particulier,
in 1978 is het aangekocht voor de Mennokapel.
MANUAAL I
MANUAAL 11
Gedackt 8′
Regaal 8′
Quintade 4′
Flöte 2′
Quinte 1 1/3′
Manuaalomvang C-g′′′, aangeh. Pedaal C-d′,
manuaalkoppel als schuifkoppel.
Mechanische sleeplade, speeltafel voorzijde.
Stemming Werckmeister III, a = ca. 440.
In 1999 werden de bekeropeningen van het Regaal aan de
bovenzijde verkleind, waardoor het Regaal milder klinkt
en beter in het plenum past.
Ook de labialen werden opnieuw geïntoneerd.
Deze werkzaamheden werden verricht door P. van den Akker,
die ook het jaarlijks onderhoud verzorgd.
HAARLEMMERMEER., zie HOOFDDORP
HALLUM (ON 589, OE 1902-1910)
Offingaweg 17, Hallum
Bakker en Timmenga, 1906
Prestant 8′
Mechanische sleeplade, speeltafel linkerzijde
Holpijp 8′
(vanuit de kerk gezien).
Viola di Gamba 8′
manuaalomvang C-f′′′, aangeh. Ped. C-g
Octaaf 4′
Stemming evenredig-zwevend, a = 440
Fluit 4′
Octaaf 2′
Ventiel
Het orgel heeft eerst in de vorige, kleinere, Vermaning gestaan.
Het onderhoud was bij de firma Leeflang, die de lade gerestaureerd heeft. Nadat de firma Leeflang werd opgeheven, nam Reil het onderhoud over.
HARDERWIJK
De doopsgezinde Gemeente Noordwest Veluwe maakt gebruik van het gebouw van de NPB te Harderwijk.
HAREN
Geen pijporgel aanwezig, wel een electronicum
HARLINGEN
Zoutsloot 50, Harlingen
A.C. Zachariassen/Aarhus, 1917
Oorspronkelijke dispositie
Bordone 8′
Principale 8′
Bordone d′Amore 8′
Salicionale 8′
Flauto 4′
Copula ottava (als trede)
Dit pneumatische orgel (1 manuaal, C-f′′′, geen pedaal, speeltafel linkerzijde)
werd gebouwd voor de dorpskerk van Nordby bij Esjberg, waar het ruim 70 jaar
gestaan heeft. In die jaren werd het uitgebreid met een Mixtuur en een electrische
windmachine. Nadat het instrument in Nordby niet meer nodig was, kwam het
in Nederland terecht. Zonder deskundig advies in te winnen en tegen de
mening van een organist die aanwezig was bij de bezichtiging, werd het orgel
gekocht door de Doopsgezinde Gemeente Harlingen en in 1997 in de nieuwe
kerk zaal geplaatst.
Onderhoud: aanvankelijk Haarsma uit Drachten, later R. Nijsse.
Omdat na enige jaren het ontbreken van een pedaal als een gemis werd gevoeld,
heeft Haarsma een aangehangen pedaal (omvang C-d1) aangebracht
In de voormalige Doopsgezinde kerk stond een orgel uit 1811 van A. van
Gruisen, in 1858 door Van Oeckelen uitgebreid bestaande uit HW,
Onderpositief en Vrij Pedaal. Dit werd in 1996 gedemonteerd
en opgeslagen door Bakker en Timmenga. In 1999 werd het verkocht aan de
Gereformeerde kerk te Vollenhove,zij kregen de financiering van echter niet rond
en het orgel werd daarna opgeslagen bij de fa. Reil.
Het orgel wordt nu geheel hersteld en krijgt een plaats in de Oude Kerk te Soest
Het Van Gruisenorgel heeft dan 20 stemmen op het Hoofdwerk, Onderpositief en vrij Pedaal
zie verder : www.orgelfonds-oudekerk-soest.nl
HEEMSTEDE, Kleine Vermaning
Postlaan 16, Heemstede
H.W. Flentrop, 1937
MANUAAL I
MANUAAL II
PEDAAL
Holfluit 8′
Salicionnaal 8′
Subbas 16′
Prestant 4′
Roerfluit 4′
Gedekt 8′
Sesquialtera II-III
Flageolet 2′
Mixtuur III
Tremolo (buiten gebruik)
Koppels I-Pedaal, II-Pedaal, II-I, II-I Sub-Octaaf. ‘Volle werk’
Manualen C-g′′′, Pedaal C-f′. Toonhoogte normaal.
Electro-pneumatische tractuur. Het orgel is sinds de bouw ongewijzigd.
Onderhoud: Flentrop.
HEERENVEEN (ON 637 OE 1894-1901)
Vermaningssteeg 9, Heerenveen
Bakker en Timmenga, circa 1900.
Prestant 8′
Bourdon 16′ (deling tussen g en gis)
Bourdon 8′
Viola di Gamba 8′
Octaaf 4′
Fluit 4′
Gemshoorn 2′
Mixtuur III (in de 60-er jaren van de 20e eeuw toegevoegd).
Manuaalomvang C-f′′′, aangeh. Ped. C-g.
Mechanische sleeplade. Stemming evenredig-zwevend, a = 440 Herz.
Onderhoud: Mense Ruiter
Tot 1900 stond in deze kerk een orgel uit 1840 van L. van Dam,
dat in 1900 verkocht is aan de Geref. kerk te Oosthem.
HEERLEN
Laan van Hövell tot Westerflier 35, Heerlen
Van den Burg, Amersfoort, 1939
MANUAAL I
MANUAAL II
PEDAAL
Koppel II-I
Prestant 8′
Salicionaal 8′
Subbas 16′
Koppel I- Ped.
Bourdon 8′
Voix Celeste 8′
Fluitbas 8′
Koppel II- Ped.
Octaaf 4′
Holfluit 8′
(transmissie)
Super-octaafkoppel II
Octaaf 2′
Open fluit 4′
Sub-octaafkoppel II
Cornet III-IV-V
Sesquialter 2 2/3′-1 3/5′
Super-octaafkoppel II-I
Sub-octaafkoppel II-I
Tremulant manuaal II
Zweltrede manuaal II
Drukknoppen voor Piano, Mezzo-forte, Forte, Tutti, Oplosser.
Pneumatische tractuur, manuaalomvang C-g′′′, Pedaal C-f′
Van den Burg betrok het pijpwerk en alle onderdelen bij Sauer in Duitsland en was in feite alleen de leverancier.
De levertijd van 3 maanden, die het contract vermeld is alleen hierdoor te verklaren.
In het contract wordt Sauer niet genoemd.
De stemming is evenredig-zwevend, a is iets boven 440 Herz.
Onderhoud: Verschueren, in 1984 vond een grondige revisie plaats.
In 2010 is de kerk verkocht aan een particulier, die het pand – dat een monument is – in tact zal laten.
Het orgel blijft in het gebouw staan.
De Doopsgezinde gemeente houdt nu haar diensten in het psychiatrische centrum Mondriaan
en maakt gebruik van het daar aanwezige electronicum. <!–
DEZE PLAATS STAAT DUBBEL IN DE LIJST!!!!!!–>
DEN HELDER (ON 324, OE 1858-1865)
‘De Driemaster’, Kerkgracht 49, Den Helder
Flaes en Brünjes. 1863
Oorspronkelijke dispositie:
HOOFDWERK
BOVENWERK
Prestant 8′
Holpijp 8′
Octaaf 4′
Salicionaal 8′ (C – B in Holpijp)
Quint 3′
Fluit 4′
Octaaf 2′
Cornet IV discant
Mechanische sleeplade, manaalomvang C-f′′′,
aangeh. Ped. C-c′, manaalkoppel
In 1924 werd het orgel gewijzigd door Spanjaard,
op het bovenwerk werd een pneumatische Voix Céleste 8′ toegevoegd,
het pedaal kreeg een eveneens pneumatische Gedekt 16′,
er werden een pedaalkoppel en een tremulant toegevoegd
en tenslotte werd de Quint opgeschoven tot een zgn. Dubbelfluit 8′,
d.w.z. Spanjaard plaatste nieuw pijpwerk op de toetsten C-fis en gebruikte voor
de toetsen g-f′′′ de pijpen C- bes′ van de oorspronkelijke Quint.
De manuaalklavieren zijn origineel, het pedaalklavier is van Flentrop.
De oorspronkelijke manaaldispositie is hersteld, het pedaal is mechanisch
gemaakt en bestaat thans uit Bourdon 16′ en Holfluit 8′(unit-lade). <!–
Onderhoud: J. Bruin/Enkhuizen.–>
In 2008 is het orgel schoongemaakt door Flentrop.
Sindsdien heeft deze firma het orgel in onderhoud.
’s HERTOGENBOSCH
De Doopsgezinde Gemeente bezit geen eigen gebouw.
HILVERSUM-HUIZEN
Boomberglaan 14, Hilversum
Rond 1890 bouwde Maarschalkerweerd een mechanisch sleeplade-orgel met
2 manualen en aangehangen pedaal met in totaal 8 registers. Omstreeks 1940 zijn
beide manualen elk met 2 registers uitgebreid door De Koff. Hiervoor werden
pneumatische kegelladen gebruikt. De nieuwe Bourdon 16′ was bovendien als
Subbas 16′ op het pedaal bruikbaar. In 1968 wordt het orgel gerestaureerd door
Fontein en Gaal uit Amsterdam. Het krijgt nieuwe mechanische sleepladen en
nieuwe manuaalklavieren, het pedaal krijgt nieuw toetsbeleg. Ook de
windvoorziening wordt nieuw aangelegd. Er is dus eigenlijk sprake van
nieuwbouw met gebruik van bestaand pijpwerk.
De dispositie is sindsdien
MANUAAL I
MANUAAL II
Bourdon 16′ (vanaf c, gedeeltelijk nieuw)
Holpijp 8′ (bestaand pijpwerk)
Prestant 8′( 12 grootste pijpen nieuw)
Gamba 8′ (bestaand pijpwerk)
Roerfluit 8′ (bestaand pijpwerk)
Celeste 8′ (bestaand pijpwerk)
Octaaf 4′ (bestaand pijpwerk)
Roerfluit 4′ (bestaand pijpwerk)
Quint 3′ (uit aanwezige Aeoline 8′)
Flageolet 2′ (nieuw)
Octaaf 2′ (bestaand pijpwerk)
Sesquialter II (nieuw)
Mixtuur III-IV (nieuw)
Trompet 8′ (bestaand pijpwerk)
PEDAAL
Subbas 16′ (bestaand pijpwerk)
Gedekt 8′
Koppels I-II, Ped.-I, Ped.-II, Tremolo II
Manuaalomvang C-f′′′, Pedaal C-d′
Het orgel werd opgesteld in de beschikbare orgelruimte (een aan drie zijden
afgesloten kamer, de klavieren werden ingebouwd op de oude plaats.)
Onderhoud: Kaat en Tijhuis.
Het kerkgebouw aan de Boomberglaan is in 2010 verkocht.
Het orgel is door een liefhebber uit de kerk gehaald, die er een nieuwe bestemming voor zal zoeken.
HINDELOPEN
Geen pijporgel aanwezig, wel een harmonium. Kerk is per 1-1-2004 gesloten.
HIPPOLYTUSHOEF (MN 510388, ON 1888)
Vermaningssteeg 7, Hippolytushoef
P. van Dam, 1913
MANUAAL
PEDAAL
Prestant 8′
Bourdon 16′
Nasard 2 2/3 discant (1979)
Violon 8′
Holpijp 8′
Octaaf 4′
Octaaf 2′
Roerfluit 4′
Mixtuur II-III (1979)
Mechanische kegellade, speeltafel linkerzijde (vanuit de kerk gezien)
Manuaalomvang C-g′′′, Pedaal. C-g
Stemming evenredig-zwevend, a = 438 Herz
Onderhoud: Flentrop.
HOLLUM (ON 2025, OE 1902-1910)
Herenweg 4, Hollum
Bakker en Timmenga, 1903
Prestant 8′
Voix Celeste 8′
Viola di Gamba 8′
Bourdon 8′
Octaaf 4′
Fluit 4′
Octaaf 2′
Klarinet 8′ (in 1983 geplaatst, afkomstig uit de Singelkerk te Amsterdam
Manuaal C-f′′′, aangeh. C-g
Stemming evenredig-zwevend, a = 435 Herz.
Mechanische tractuur, speeltafel aan de rechter zijkant (vanuit de kerk gezien)
Het orgel is in 2006 door Mense Ruiter gerestaureerd, onder advies van Jan Jongepier
Onderhoud: Mense Ruiter
HOLWERD (MN 38710, ON 700, OE 1902-1910)
Stationsweg 3, Holwerd
Bakker en Timmenga, 1906
Prestant 8′
Mechanische sleeplade, speeltafel links (vanuit de
Melophone 8′
kerk gezien).
Bourdon 16′ Bas/Disc. (hout)
Manuaal C-f′′′, aangeh. Ped. C-d′
Viola di Gamba 8′
Stemming evenredig-zwevend, a = 440
Holpijp 8′
Octaaf 4′
Fluit 4′
Cornet III discant
Octaaf 2′
Klarinet 8′ (gereserveerd)
Het onderhoud is bij Bakker en Timmenga, die in 1988 een restauratie
uitvoerden onder advies van Jan Jongepier.
HOOFDDORP
Hoofdweg 691-693, Hoofddorp
H.W. Flentrop, 1914 / L. Verschuren, 1972
MANUAAL I
MANUAAL II
PEDAAL
Prestant 8′
Holpijp 8′
Subbas 16′
Roerfluit 8′
Fluit 4′
Prestant 8′ (transmissie)
Octaaf 4′
Nachthoorn 2′
Gedekt 8′
Kwint 2 2/3′
Dulciaan 8′
Koppel I-Ped.
Octaaf 2′
Tremulant
Koppel II-Ped.
Koppel II-I
Electro-pneumatische tractuur,
speeltafel rechterzijde (vanuit de kerk gezien).
Manuaalomvang C-g′′′, Pedaal C-g′
Stemming evenredig-zwevend, a = 440 Herz.
Het orgel werd in 1914 gebouwd als een pneumatisch
orgel met 1 manuaal en aangehangen pedaal.
In 1972 werd alle pneumatiek buiten de laden
vervangen door electrische tractuur.
De lade werd gesplitst, waardoor het orgel 2 maualen kreeg.
Er werd een aparte pedaallade geplaatst,
waarop beschikbaar 16′ en 8′ materiaal werd gezet, zodat
een zelfstandig pedaal ontstond.
Onderhoud: Verschueren
HOORN (ON 722, 1858-1865)
Grote Oost 43, Hoorn
In de in 1970 afgestoten Doopsgezinde kerk stond een orgel van Witte, dat in 1970 is afgebroken.
Sindsdien is er in Hoorn een Do-Re gemeente, die de Remonstrantse kerk gebruikt.
Het orgel is gebouwd door H. Knipscheer,
die het instrument in 1865 door T. van Ingen uit Haarlem liet plaatsen
(dit blijkt uit een datering an de binnenzijde van de kast).
Het orgel had één manuaal en vermoedelijk een aangehangen pedaal.
De oorspronkelijke dispositie was:
Prestant 8′
Holpijp 8′
Octaaf 4′
Roerfluit 4′
Octaaf 2′
Mixtuur III-IV
(?, wordt in het bestek genoemd, maar spoedig is er sprake van wijzigingen).
Van Ingen plaatst in 1920 een Gamba en een Celeste.
Hij vernieuwt het pedaal en brengt een fortetrede aan
(de mechaniek daarvan is nog aanwezig, de trede is verwijderd).
Als er aanvankelijk een Mixtuur is geweest,
dan is die in 1920 of eerder verdwenen.
In 1947 restaureert Flentrop het orgel, Gamba en Celeste verdwijnen,
op het manuaal verschijnt een Quint 1 1/3′
en een Sesquialter II discant (op een nieuwe kantsleep,
oorspronkelijk was er dus 1 register minder).
Tevens wordt de toonhoogte gewijzigd
en krijgt het orgel een pneumatische Subbas 16′ in het pedaal.
Restauraties en groot onderhoud vinden plaats in 1977 door
Jos Vermeulen en in 1987 door Flentrop.
De huidige dispositie is:
Prestant 8′
Holpijp 8′
Octaaf 4′
Fluit 4′
Quint 1 1/3′
Sesquialter II discant
Subbas 16′ (pedaal, pneumatisch)
Mechanische sleeplade, speeltafel linkerzijde (vanuit de kerk gezien).
Manuaalomvang C-f′′′, Pedaal C-d′
Stemming evenredig-zwevend, a′ = 440 Hz.
Onderhoud: Flentrop.
DEN ILP-LANDSMEER
Den Ilp 3
Dit orgel is in 1988 door een amateur gebouwd.
Oorspronkelijke dispositie:
Holpijp 8′ B. en D.
Roerfluit 4′ B. en D.
Nasard 2 2/3′ B. en D.
Octaaf 2′ B. en D.
Terts 1/3′ D.
Manuaalomvang C-f′′′, aangeh. Ped. C-d′
Het instrument is gereviseerd door Co Vlaanderen Oldenzeel, die de Terts
verving door een Prestant 4′ disc.
Onderhoud: Vlaanderen Oldenzeel.
ITENS (ON 746 OE 1894-1901)
Hearedyk 31 Itens
Bakker en Timmenga, 1900
Ventiel
Prestant 8′
Manuaalomvang C-f′′′
Voix Celeste 8′ (C-B in Prestant)
Aangehangen Ped. C-g
Viola di Gamba 8′ (C-B in Bourdon)
Mechanische sleeplade
Bourdon 8′
Stemming evenredig-zwevend
Octaaf 4′
Fluit 4′
Octaaf 2′
Klarinet 8′ (gereserveerd, in feite open plaats)
Het onderhoud is vanaf de bouw van het orgel onafgebroken in handen van
Bakker en Timmenga geweest.Voor 1900 moet er ook al een orgel in deze kerk
zijn geweest, het gelukkig bewaard gebleven debiteurenboek van Bakker en
Timmenga vermeld nl. in 1885, 1889 en 1896 dat het orgel in de Doopsgezinde
Kerk te Itens gestemd werd. Over dat orgel zijn geen gegevens bekend.
Een restauratie, eveneens door Bakker en Timmenga, vond plaats in 2002.
JIRNSUM (ON 744,OE 1878-1886)
Rijksweg 138, Jirnsum
Bakker en Timmenga, 1882
Oorspronkelijke dispositie:
Prestant 8′
Holpijp 8′
Viola 8′
Octaaf 4′
Quint 3′
Fluit harm. 4′
Cornet III disc.
Octaaf 2′
Mechanische sleeplade, speeltafel linkerzijde (vanuit de kerk gezien).
Het pijpwerk is op twee achter elkaar liggende laden opgesteld.
Manuaalomvang C-f′′′, aangeh. Ped. C-c′
In 1937 werd onder advies van de Ned. Klokken- en Orgelraad een “restauratie”
uitgevoerd, waarbij een Quintadeen 16′ B/D en een Mixtuur IV-VI op een
pneumatisch laadje werden bijgeplaatst en de Fluit harm. door afsnijden van het
pijpwerk werd veranderd in een Fluit 4. De achterwand van de kas werd
hiervoor verwijderd.
Er werd een electrische windvoorziening geplaatst,
de oude handpompinstallatie magazijnbalg met 2 schepbalgen) bleef echter gehandhaafd.
Mr. A. Bouman schrijft in zijn rapport, dat de Mixtuur op de plaats van de
Aeoline wordt geplaatst. Of het orgel ooit over dat register beschikt heeft, is
echter twijfelachtig. Bij de restauratie in 2000 door René Nijsse onder advies van
Bas Wijnands werd het orgel grotendeels in de originele staat teruggebracht,
de orgelkas kreeg opnieuw een achterwand, de Quint 3′ werd gereconstrueerd.
De niet-originele Vox Celeste 8′, die van goede kwaliteit is, bleef gehandhaafd.
De huidige dispositie is
Prestant 8′
Bourdon 8′
Viola 8′
Voix Celeste 8′
Octaaf 4′
Fluit 4′
Quint 3′
Octaaf 2′
Cornet discant III
Onderhoud: Nijsse
De Doopsgezinde gemeente heeft de kerk met het orgel verkocht. De nieuwe eigenares wil de kerk gebruiken voor
de verkoop van historische en culturele boeken en het houden van exposities.
Bovendien blijft de kerk beschikbaar als ontmoetingsruimte. Het orgel blijft in de kerk staan.
JOURE (MN 20836, ON 755, OE 1858-1865)
Midstraat 70-72, Joure
L van Dam en Zonen, 1857/8
Prestant 8′
Mechanische sleeplade, speeltafel links
Bourdon 16′
(vanuit de kerk gezien)
Viola di Gamba 8′ (C-B in Holpijp)
Manuaalomvang C-g′′′, aangeh. Ped. C-g
Holpijp 8′
Stemming evenredig-zwevend, a = 435
Octaaf 4′
In 1960/1961 vinden een aantal minder
Quint 2 2/3′
geslaagde dispositiewijzingen plaats door
Gemshoorn 2′
iemand die moeilijk als orgelbouwer beschouwd
Fluit 4′
kan worden.
Cornet III
Restauratie in 1980 door Bakker en Timmenga
Trompet 8′ Disc./Bas
onder advies van Jan Jongepier.
Afsluiting
Onderhoud Bakker en Timmenga.
Tremulant
Het bestek vermeldt bij de Trompet Bas
Ventiel
7 benedentonen Fagotmensuur, bij de Diskant
Piano-forte trede
“opslaand Tongwerk”.
Bij de Gemshoorn is aangetekend Prestantmensuur.
KAMPEN (MN 22989, projectnummer 324115)
Broederweg 10, Kampen
1897, J. Proper
Oorspronkelijke dispositie:
ONDERMANUAAL
BOVENMANUAAL
Prestant 8′
Fluit dolce 8′
Bourdon 16′ gedeeld
Viola di Gamba 8′ (C-B in Fluit dolce)
Holpijp 8′
Voix celeste 8′ discant
Octaaf 4′
Salicionaal 4′ (ged. in front)
Open fluit 2′
Speelfluit 4′
In de eerste helft van de 20e eeuw voerde de orgelbouwer Th. Strunk een
restauratie uit onder advies van de Ned. Klokken- en Orgelraad, waarbij de
huidige dispositie ontstond:
MANUAAL I
MANUAAL II
Quintadena 16′ gedeeld
Nachthoorn gedekt 8′
Prestant 8′
Viola di Gamba 8′
Holpijp 8′
Speelfluit 4′
Octaaf 4′
Gemshoorn 2′
Superoctaaf 2′
Terts 1 3/5′ discant
Mixtuur IV-V-VI
Tremulant, manuaalkoppel
Manuaalomvang C-f′′′, aangeh. Ped. C-d′ (oorspronkelijk, ongewijzigd)
Nadat het onderhoud lange tijd bij Kaat en en Tijhuis was, vindt er momenteel
slechts onregelmatig onderhoud plaats door Maarten Oranje, pianorestaurateur en
-stemmer te Kampen (vroeger werkzaam in de orgelbouw).
KOOG AAN DE ZAAN (MN 39935, ON 796, OE 1865-1872)
Lagedijk 34, Koog aan de Zaan
Flaes 1870
HOOFDWERK
BOVENWERK
PEDAAL
Prestant 8′
Prestant 8′
Bourdon 16′ (transmissie)
Bourdon 16′
Salicionaal 8′ (C-Gis in Holpijp)
Klavierkoppel
Octaaf 4′
Holpijp 8′
Pedaalkoppel
Quint 2 2/3′
Viola di Gamba 8′
Octaaf 2′
Roerfluit 4′
Mixtuur III Bas/Discant
Cornet IV Discant (4′,2 2/3′,2′,1 3/5′)
Trompet 8′ Bas/Discant
Mechanische sleeplade, (gecombineerde lade voor beide manualen).
Stemming evenredig-zwevend, a’= 438 Herz.
speeltafel rechterzijde (vanuit de kerk gezien)
Manuaalomvang C-f′′′, Pedaal C-c′ Samenstelling Mixtuur:
C
2′
1 1/3′
1′
C
2 1/3′
2′
1 1/3′
c’
4′
2 2/3′
2′
c”
5 1/3′
4′
2 1/3′
Het orgel is sinds 1870 nauwelijks veranderd. De pijpen C-c’ van de Bourdon 16′ staan op een aparte lade.
Waarschijnlijk waren die oorspronkelijk in het pedaal altijd ingeschakeld (in het manuaal was de Bourdon registreerbaar).
Nadat H.W. Flentrop in 1924 een tremulant toevoegde, verving A.Bik in 1926 de Salicionaal door een Voix Céleste 8′ vanaf c.
Hij bracht een nieuw pedaalklavier aan en plaatste het gedeelte C-c’ van de Bourdon op een pneumatische lade, teneinde de Bourdon in het pedaal registreerbaar te maken.
Aangezien een restauratie noodzakelijk werd, schreef Jan Jongepier in 1999 een rapport over dit orgel. Tot 2002 was Wim Diepenhorst adviseur, die i.v.m. zijn benoeming tot assistent-rijksadviseur deze taak overdroeg aan Henk Verhoef.
Het onderhoud van dit orgel is in handen van Flentrop.
Na een grondige restauratie door deze orgelbouwer werd het instrument op 23 april 2006 weer in gebruik genomen.
Daarbij is de oorspronkelijke dispositie hersteld.
De transmissie van de Bourdon 16′ in het pedaal is thans mechanisch en zo gecontrueerd, dat de Bourdon ook in het pedaal in- en uitgeschakeld kan worden.
Interessant is, dat dit orgel gerestaureerd werd tegelijk met het in 1855 gebouwde orgel van de Doopsgezinde kerk te Wormerveer.
Het orgel in Wormerveer is het eerste orgel dat Flaes als zelfstandig orgelbouwer (nog in samenwerking met P. Brünjes) gebouwd. heeft.
Onderhoud Flentrop.
KOUDUM
Hoofdstraat 57, Koudum
Verschuren,1965
MANUAAL
PEDAAL
Prestant 8′ (C-B in Holpijp)
Subbas 16′ (acoustisch)
Octaaf 4′
Bourdon 8′
Octaaf 2′
Koraalbas 4′ (= Octaaf 4)
Holpijp 8′
Fluit 4′
Dit is een electisch unit-orgel, er zijn dus twee rijen pijpen, resp. met Prestant- en met Fluit-karakter.
Manuaalomvang C-g′′′, Pedaalomvang C-f′
Onderhoud: Verschuren.
KROMMENIE (MN 39956 =, ON 1928, OE 1819-1840)
Noorderhoofdstraat 46, Krommenie
Strumphler, 1780
Prestant 8′
Samenstelling Mixtuur
Bourdon 16′ discant
C
c
c′
c′′
Holpijp 8′
1 1/3
2
2 2/3
4
Octaaf 4′
1
1 1/3
2
2 2/3
Gemshoorn 2′
2/3
1
1 1/3
2
Sesquialter III
(2′2′3′
-1 3′5′
-1 3/5′)
(nieuw)
Mixtuur bas /discant
Mechanische sleeplade, speeltafel aan de achterzijde.
Manuaalomvang C-e′′′, aangeh. Ped. C-c′
Stemming Werckmeister, a= 435 Herz.
Onderhoud: Reil.
In 1825 kreeg de Doopsgezinde Gemeente te Krommenie een kabinetorgel ten
geschenke, dat door P.J. Teves uit Amsterdam geplaatst werd. Dit werd in 1830
van een kerkorgelfront voorzien en met een register uitgebreid. In 1924 wordt
door Bik uit Amsterdam een nieuw pneumatisch orgel achter het bestaande front
gebouwd. Als dit na ruim 50 jaar in buitengewoon slechte staat verkeert, wordt
het binnenwerk van Strumphler uit 2e Exloërmond aangekocht, waar Reil een
nieuw orgel bouwt. In 1983 is het orgel gerestaureerd door Reil onder advies
van Klaas Bolt. Hierbij is gebruik gemaakt van het aanwezige front van Teves.
Samenstelling Prestant 8′:
C-Dis gebruikte eiken pijen van Naber uit voorraad Reil
Verder Tremulant, 2 afsluiters, een gehalveerde koppeling, ventiel , 4 blaasbalgen.
Dit orgel was gebouwd voor de Doopsgezinde kerk “De Zon” en werd
na sluiting van dit gebouw in 1801 naar ‘De Toren ‘ overgeplaatst. Nadat
ook dat kerkgebouw gesloten werd, werd het orgel naar Leeuwarden verkocht,
waar het in 1813 door Alb. Van Gruizen geplaatst werd. In 1850 werd het orgel
door L. van Dam en Zn. in de huidige kerkgeplaatst. Daarvoor en daarna werd er
door W. van Gruisen, Van Dam en Bakker en Timmenga aan het orgel gewerkt.
Er vonden diverse wijzigingen plaats, zo er kwamen 5 registers bij en werd de
manuaalomvang vergroot tot C-g′′′. In 1991 werd het orgel gerestaureerd door
Bakker en Timmenga onder advies van Jan Jongepier. De huidige dispositie is:
ONDERMANUAAL
BOVENMANUAAL
PEDAAL
Prestant 16′(vanaf g)
Roerfluit 8′
Bourdon 16′ 1991
Bourdon 16′ S
Violon 8′
Prestant 8′ S
Viool de Gamba 8′
Holpijp 8′ S
Salicet 4′
Octaaf 4′ S
Fluit d′amour 4′
Gemshoorn 4′ S
Quintfluit 3′ 1991
Prestantquint 3′
Speelfluit 2′
Octaaf 2′
Carillon II 1991
Woudfluit 2′
Dulciaan 8′ 1991
Cornet III (vanaf klein c) 1991
Trompet 8′ b/d S
Tremulant,
manuaalkoppel,
Koppel Pedaal
aan onder- of bovenmanuaal.
Samenstelling Cornet (vanaf c klein octaaf):
Op c 4′, 3 1/3′
Op c′ 5 1/3′, 4′, 3 1/5′
Mechanische sleeplade. Stemming evenredig-zwevend, a == 435 herz.
Manuaalomvang C-g′′′, Pedaal C-d′
S = pijpwerk van Strumphler, 1991 = pijpwerk van Bakker en Timmenga
naar voorbeeld van L. van Dam en Zn. Het overige pijpwerk is grotendeels
vanVan Dam uit 1848 en 1858.
Onderhoud: Bakker en Timmenga.
LEIDEN (MN 25465, ON 851, OE 1769-1790)
‘Lokhorstkerk’. Pieterkerkstraat 1, Leiden.
Johannes Mitterreither, 1774
Oorspronkelijke dispositie:
Prestant 8′
Holpijp 8′
Quintadeen 8′
Fluit Travers 8′ (alleeen discant ?)
Octaaf 4′
Fluit 4′
Quint 3′
Supoeroctaaf 2′
Gemshoorn 2′
Cornet III
Trompet 8′ bas/discant
Mechanische sleeplade, manuaalomvang C-d′′′, aangehangen Ped. C-f
Windvoorziening d.m.v. 3 spaanbalgen.
In 1805 vernieuwde L. van Dam de blaasbalgen, hij bracht in 1807 een
bovenwerk aan, vergrootte de manuaalomvang tot f′′′ en veranderde de
dispositie.. De dispositie werd opnieuw veranderd door Nicolaas
Lohman in 1860, door P.C. Bik in 1925 en door Willem van Leeuwen in 1957.
In 1999 werd het orgel gerestaureerd door Flentrop onder advies van Henk
Kooijker. Hierbij bleek, dat de factuur van het pijpwerk van Van Dam aansloot
bij de pijpfactuur van Mitterreither. Flentrop maakte een nieuwe klaviatuur, en
twee nieuwe spaanbalgen. De dispositie is thans:
HOOFDWERK
BOVENWERK
Bourdon 16′ D
Holpijp 8′ D
Prestant 8′ M
Prestant 8′ discant D
Holpijp 8′ M
Fluit d′amour 4′ D
Quintadena 8′ F
Spitsfluit 2′?
Octaaf 4′ M
Tremulant F
Fluit 4′ M
Octaaf 2′ M
Sesquialtera II bas/discant F
Cornet IV discant F
Trompet 8′ bas/discant
Mechanische sleeplade, speeltafel rechterzijde (vanuit de kerk gezien).
Manuaalomvang C-f′′′, aangeh. Ped. C-c′
Stemming Kirnberger III, a = 440 Herz.
Onderhoud: Flentrop
MAKKUM (MN 516524, ON 935, OE 1886-1894)
Bleekstraat 11, Makkum
Van Dam 1890
Prestant 8′
Bourdon 16′ disc,
Violon 8′
Holpijp 8′
Octaaf 4′
Quintfluit 3′
Octaaf 2′
Fluit 4′
Trompet 8′ bas/disc.
Ventiel
Tremulant
Mechanische sleeplade, speeltafel linkerzijde (vanuit de kerk gezien)
Manuaalomvang C-g′′′, aangeh. Pedaal C-g.
Onderhoud: Bakker en Timmenga
MEDEMBLIK (ON 2089, OE 1902-1910)
Tuinstraat 7, Medemblik
Bouwer onbekend, in 1909 door Spanjaard geleverd.
Prestant 8′
Holpijp 8′
Gamba 8′ (C-B in Holpijp)
Octaaf 4′
Flûte d′amour 4′
Octaaf 2′
Tremulant
Ventiel
Mechanische sleeplade, speeltafel linkerzijde (vanuit de kerk gezien)
Manuaalomvang C-f′′′, Pedaal C-b
Stemming evenredig-zwevend, a = 440
Onderhoud Flentrop
MEPPEL (ON 1865, OE 1894-1901)
Vledderstraat 20, Meppel
Bakker en Timmenga, 1897
Oorspronkelijke dispositie:
Prestant 8′ (C, Cis, D, Dis hout)
Voix Celeste 8′ (groot octaaf in Prestant)
Viola di Gamba 8′ (groot octaaf in Bourdon)
Bourdon 8′
Octaaf 4′
Fluit 4′
Gemshoorn 2′
Open plaats.
Mechanische sleeplade, manuaalomvang C-f′′′, pedaal C-d′, stemming
evenredig-zwevend, a = 435 Hz.
In 1929 werkte Spiering aan het orgel. Balgen en mechaniek werden nagekeken.
Op de open plaats werd een Fluit 8′ in de bas en een Klarinet 8′ in de discant
geplaatst. Tevens werd er een pneumatische Subbas 16′ voor het pedaal achter
in de kas geplaatst en kreeg het orgel een Tremulant.
Kaat en Tijhuis restaureerden de magazijnbalg en het wellenbord in 1979. In
1984 plaatsten zij de Subbas op een mechanische lade in een aparte kas achter
het orgel.
In 1985 werd de kerk afgebroken. In 1986 werd het orgel ongewijzigd in de
nieuwe kerk geplaatst.
De huidige dispositie is de oorspronkelijke, uitgebreid met de Subbas op het
pedaal en de Klarinet discant/Fluit bas.
Onderhoud: Kaat en Tijhuis.
MIDDELBURG (MN 508332, ON 969, OE 1886-1894)
Lange Noordstraat 62, Middelburg
Dit orgel is ontstaan uit een huisorgel, vermoedelijk
van vader of zoon Moreau/Gouda (1e helft 18e eeuw).
Ca. 1825 werd dit geplaatst in de toenmalige kerk.
In 1835 werd het orgel vergroot en aangepast door de stadsorgelmaker Frederik van der Weele.
In 1841 vond een dispositiewijziging plaats door Preuninger en Mannis uit Brigdamme.
In 1850 werd het orgel verbouwd en uitgebreid door Kam en Van der Meulen.
In 1856 werden de klavieren vervangen en werden er 2 registers toegevoegd.
In 1889/1890 werd het orgel door Bakker en Timmenga naar de huidige kerk overgebracht,
waarbij het orgel werd aangepast en opnieuw uitgebreid. De huidige dispositie is:
HOOFDWERK
BOVENWERK
PEDAAL
Bourdon 16′ B.
Gemshoorn 8′ K.
Bourdon 16′
Prestant 8′ B., K.
Viola 8′ K.
(transmissie HW)
Holpijp 8′ M.
Holpijp 8′ M.
2 Pedaalkoppels
Roerfluit 4′ M.
Fluit 4′ M.
Manuaalkoppel
Octaaf 4′ K.
Salict 4′ M.
Quint 3′ v.d.W
Woudfluit 2′ P.
Octaaf 2′ M.
Aeoline 8′ B. (doorslaand tongwerk)
Trompet 8′ ged. B.
Herkomst van het pijpwerk
B. = Bakker en Timmenga, 1890
M. = Moreaeu, huisorgel
v.d.W. = F. van der Weele
P. = Preuninger en Mannis
K. = Kam en Van der Meulen
Mechanische sleeplade, speeltafel rechterzijde (vanuit de kerk gezien)
Stemming evenredig-zwevend, a = 440 Herz.
Manuaalomvang C-f′′′, pedaal C-c′
De mechanisch-pneumatische transmissie van de Bourdon 16′ is voor 1920 door
Bakker en Timmenga aangebracht in het groot octaaf. (wellicht al in 1890).
In 1986 vonder er retauratiewerkzaamheden plaats door Nijsse, waarbij lekkages werden verholpen.
In 2002 is door Nijsse de windvoorziening hersteld, waarbij de magazijnbalg opnieuw beleerd werd en de
in 1986 stopgezette handbediening met schepbalgen in ere werd hersteld.
De Trompet, de Aeoline en de Bourdon 16′ kregen groot onderhoud.
Tevens werd de pedaaltransmissie op mechanische wijze over het hele pedaal aangebracht
en kreeg het orgel een koppel Pedaal-Man. 2.
Adviseur hierbij was D. Bakker uit Piershil.
Onderhoud: Nijsse.
MIDDELIE (MN 508233, ON 978 = kas, ON 977 = binnenwerk, OE 1858-1865)
Mechanische sleeplade, speeltafel achterzijde.
Manuaalomvang C-f′′′, aangehangen pedaal C-d.
De Cornet heeft een opvallende samenstelling:
C-f′′′ Octaaf 2′,
c klein-f′ gedekte Quint 2 2/3,
fis′-f′′′ open Quint, factuur als Octaaf 4′ en Octaaf 2′,
c′-f′′′ Terts 1 3/5 oud materiaal van diverse samenstelling (anders dan Octaaf 4′ en en Octaaf 2′)
Het orgel is gebouwd voor de vorige kerk. De orgelmaker G. F. Jurjaansz., zijn naam
wordt in 1898 voor het eerst genoemd, plaatste het orgel over naar de in
1900 nieuw gebouwde kerk. Vanaf 1914 tot op heden is het onderhoud bij
Flentrop. Het pijpwerk is gedeeltelijk van 1865, maar grotendeels ouder.
Het oudere pijpwerk is wellicht afkomstig uit een kabinetorgel. De windvoorziening
bestaat uit een magazijnbalg met daaronder één schepbalg. Alleen het toetsbeleg
en de electrische windvoorziening zijn niet origineel.
Momenteel is het orgel in slechte staat. Jan Jongepier heeft in 1993 een rapport
opgesteld, dat uitganspunt voor een zeer gewenste restuaratie kan zijn. De kerk
behoort tot de zgn. jonge monumenten, het orgel is op de monumentenlijst
geplaatst..
MIDDELSTUM (MN 29896, ON 979, OE 1726-1769)
Trekweg 27, Middelstum
Detlef Onderhorst, ong. 1760.
Dit kabinetorgel kwam 1819 in bezit van de Doopsgezinde Gemeente,
het werd geplaatst in het toenmalige kerkgebouw in Huizinge.
In 1863 werd een nieuw kerkgebouw in gebruik genomen, in Middelstum.
Het orgel werd op een galerij achter in de kerk geplaatst.
In 1889 vindt er een grote verbouwing plaats door Van Oeckelen.
In 1984 werd het orgel gerestaureerd door Vermeulen/Weert onder advies
van J.J. van der Harst en O.B. Wiersma.
Het orgel werd in de oorspronkelijke staat hersteld.
Hierbij bleek, dat de windlade en de klaviatuur ouder zijn dan 1760 en
dat er pijpwerk van Johannes Duyschot (ong. 1645 tot 1725) is gebruikt.
Het orgel staat nu voor in de kerk.
Dispositie:
Mechanische tractuur, speeltafel voorzijde.
Manuaalomvang C-f′′′.
Schepbalg met electrische ventilator. Winddruk ong. 60 mm.
Stemming Kirnberger III, a = 415 Herz.
Onderhoud: Flentrop. Een stemming vindt niet regelmatig plaats.
MONNICKENDAM (MN 30018, ON 997, OE 1865-1872)
Weezenland 15, Monnickendam
Knipscheer 1867
Prestant 8′
Manuaalomvang C-f′′′, aangeh. Ped. C-c′
Holpijp 8′
In 1972 werkte S. Bak aan het orgel, in 1997
Viola di Gamba 8′ (C-B in Holpijp)
restaureerde Flentrop de windvoorziening.
Octaaf 4′
Roerfluit 4′
Octaaf 2′
Cornet III discant
Onderhoud: Flentrop
NES (Ameland)
Geen pijporgel aanwezig, electronicum
NIEUWE NIEDORP (ON 1043, OE 1878-1886)
Dorpsstraat 1, Nieuwe Niedorp
Van Dam, Leeuwarden, 1882
Restauratie Bakker en Timmenga, Leeuwarden, 1994
Vrijwel ongewijzigd bewaard, geen electrische windvoorziening.
Manuaalomvang C-g′′′, aangeh. Ped. (C-g), Afsluiting, Tremulant
Adviseur bij de restauratie was Jan Jongepier, die er op wees dat – gezien de
inscripties – de pijpen door twee verschillende pijpenmakers zijn gemaakt en
dat het tongwerk is geleverd door Henri Zimmermann uit Parijs, die ook de
tongwerken leverde voor de Mozes en Aäronkerk in Amsterdam.
Onderhoud: Bakker en Timmenga.
NOORDEINDE (ON 1088, OE 1790-1818)
De voormalige Doopsgezinde kerk is eigendom van de Stichting Noordeinder Vermaning.
Het orgel in deze kerk is het instrument, dat J.S. Strumphler in 1794
gebouwd heeft voor de Rooms-katholieke kerk in Velsen.
Gegevens over dit orgel zijn te vinden in “Orgels in Noordholland”, blz. 212 en in de Orgelencyclopedie.
NOORDHORN (ON 1091, OE 1894-1901), – Westerkwartier
Manuaalomvang C-e′′′, geen pedaal.
De merkwaardige geschiedenis van dit orgel is beschreven in “Het Groninger Orgelbezit”, deel II blz.131 en deel I blz. 29:
In 1832-1833 werd het orgel geplaatst dat de Hornhuister kerkvoogden hadden overgenomen van het Blinden-instituut te Amsterdam. Het instrument, dat oorspronkelijk midden 18e eeuw als huisorgel was gemaakt voor de heer Stipriaan Luïscius te Delft, werd in 1820 door H. Knipscheer naar het instituut overgeplaatst. Na de verhuizing naar Hornhuizen door Bätz uit Utrecht had het instrument toen een Hoofdwerk met zeven stemmen en een Neven- of Onderwerk met driënhalve stem, alsmede een aangehangen Pedaal. In 1851 werd het orgel gewijzigd door P. van Oeckelen, waarbij het een nieuw front kreeg. Het werd toen in de nieuwe kerk geplaatst als balustrade-orgel op de galerij boven de ingang, gedragen door twee kolommen. Op de balustrade werd tevens een voorlezerslessenaar aangebracht. Het medaillon met afbeeldingen van muziekinstrumenten onder het pijpenfront zou nog uit de 18e eeuw kunnen dateren, evenals de drie musicerende engelen op de torens. In 1900 verkleinde J. Doornbos het instrument door verwijdering van het tweede werk. Vervolgens plaatste hij dit, na een verbouwing en uitbreiding, in de Doopsgezinde kerk te Noordhorn.
Resterende dispositie in Hornhuizen:
Bourdon 16 vt vanaf C
Holpijp 8vt
Octaaf 4 vt
Fluit 4 vt
Fluit 2vt
Mixtuur 1 1/3 vt 2-3 st
Manuaal (C-e′′):
Pedaal (C – d′)
Oorspronkelijk gebruikte de Doopsgezinde gemeente Humsterland een oude vermaning in de buurt van Oldehove. In 1838 werd in Noordhorn een nieuwe vermaning gebouwd: een eenvoudig rechthoekig zaalkerkje midden in het dorp. Door samenvoeging van verschillende Doopsgezinde gemeenten is die te Noordhorn de enig overgeblevene in het Westerkwartier. In 1900 plaatste J. Doornbos een één-klaviers orgel. Daarvan was de kas nieuw. Het inwendige bestaat gedeeltelijk uit ouder materiaal. Dit binnenwerk was van oorsprong het onderwerk van het orgel in de Hervormde kerk van Hornhuizen, dat door Doornbos in datzelfde jaar was verbouwd en verkleind*. In 1979 herstelde A.J. Opten het instrument en plaatste een windmotor. De handbediening van de balg is nog aanwezig. Het orgel in Noordhorn staat op een galerij boven de ingang;
In 2015 is de balg opnieuw beleerd door dhr Roelof Kuik te Groningen.
Onderhoud: Mense Ruiter
NOORDOOSTPOLDER, zie EMMELOORD
NOORDWEST-VELUWE, zie Harderwijk
NIJMEGEN
De Doopsgezinde Gemeente Nijmegen beschikt niet meer over een eigen
kerkgebouw, omdat dat wegens de vergaande samenwerking met andere
kerkgenootschappen niet meer nodig was. Het orgel is verkocht aan de
Doopsgezinde Gemeente te Apeldoorn.
OLDEBOORN (MN 35957, ON 1121, OE 1878-1886)
Andringastraat 7-9, Oldeboorn
Bakker en Timmenga, 1892
Oorspronkelijke dispositie:
LADE I
LADE II
Prestant 8′
Trompet 8′ discant
Viola di Gamba 8′
Basson 8′ bas
Roerfluit 4′
Octaaf 2′
Viola 4′
Quint 3′
Fluit Harmonique 4′
Octaaf 4′
Holpijp 8′
Bourdon 16′
Mechanische sleeplade, klaviatuur aan de linkerzijde (vanuit de kerk gezien)
Omstreeks 1938 werd de dispositie veranderd. Bij de restauratie door Bakker en
Timmenga in 1985 bleven deze veranderingen gehandhaafd. De huidige
dispositie is als volgt:
LADE I
Prestant 8′
Viola di Gamba 8′
Holpijp 8′ (C-B van de oorspronkelijke Roerfluit, de rest verplaatste Holpijp van Lade II)
Terts 1 3/5′ (hierbij werd pijpwerk van de Viola 4′ gebruikt, C-B is Quint 1 1/3′)
Roerfluit 4′ (opgeschoven Roerfluit 8′, het hoogste octaaf pijpwerk van de Fl. Harmonique)
LADE II
Trompet 8′discant
Basson 8′ bas
Octaaf 2′
Quint 3′
Octaaf 4′
Quintadeen 16′ (pneumatisch, pijpwerk van de Bourdon 16′)
Mixtuur IV-V
PEDAAL
Subbas 16′ (transmissie van Quintadeen 16′)
Mechanische sleeplade, speeltafel linkerzijde (vanuit de kerk gezien)
Manuaalomvang C-f′′′, Ped. C-c′
Zoals vaak bij Bakker en Timmenga in deze periode, heeft het orgel weliswaar
slechts 1 manuaal, maar is het pijpwerk verdeeld over 2 laden, die men door
treden in- of uit kan schakelen.
Onderhoud: Nijsse.
Mechanische sleeplade
Manuaaalomvang C-g′′′, aangeh. Pedaal C-g
De kerk is niet meer eigendom van de Doopsgezinde Gemeente op Texel, maar
van de ‘Stichting tot behoud van de voormalige Doopsgezinde kerk te
Oosterend’ en heeft de functie van Dorpshuis.
J.S. de Goede, vroeger in dienst bij Vermeulen Orgelbouw te Alkmaar, is
organist van o.a. de Doopsgezinde gemeente Texel en tevens beheerder van dit
gebouw. Hij onderhoudt het orgel en wil dit uitbreiden met een Sesquialtera
Discant en een Subbas 16′ voor het pedaal. Er zijn nog enkele diensten
per jaar in dit gebouw.
OOST-GRONINGEN, zie Stadskanaal
OUDDORP
Geen pijporgel aanwezig, wel een electronicum
OUDEBILDZIJL (MN 46547, ON 1182, OE 1894-1901)
Bakker en Timmenga, 1896
Prestant 8′
Viola da Gamba 8′
Holpijp 8′
Octaaf 4′
Octaaf 2′
Lege plaats.
Ventiel
Mechanische sleeplade, speeltafel linkerzijkant (vanuit de kerk gezien)
Manuaalomvang C-f′′′, aangeh. Ped. C-g
Onderhoud: Bakker en Timmenga.
Op paaszondag 1996 werd de laatste dienst in deze kerk gehouden. De kerk is
overgedragen aan de Stichting ‘Bildts Cultuurtoeristisch Informatiecentrum’,
maar kan nog gebruikt worden voor rouw- en trouwdiensten.
PINGJUM
Geen instrument aanwezig.
POPPINGAWIER
Binnenbuorren 6
Van Vulpen, 1965
MANUAAL I
MANUAAL II
PEDAAL
Holpijp 8′
Holpijp 8′ (transmissie)
Sordun 16′
Prestant 4′
Fluit 4′
Mixtuur 1 1/3′ II-III
Prestant 2′
Koppelingen I-Ped.,
II-Ped.,
I + II.
Manuaalomvang C-g′′′, Pedaal C-f′
Mechanische sleeplade, gelijkzwevende stemming. Met een extra registertrekker
wordt een luik bediend, waarmee de sterkte van de Sordun wordt aangepast aan
die van de andere gebruikte registers.
Het orgel was gebouwd voor de Doopsgezinde kerk in Amersfoort. Daar is het
orgel niet meer nodig, omdat de Doopsgezinde gemeente gezamenlijke diensten
heeft met andere geloofsgemeenschappen. De overplaatsing en een aantal
noodzakelijke werkzaamheden werden verricht door René Nijsse. In
januari 1999 werd het orgel in Poppingawier in gebruik genomen.
Onderhoud: Nijsse.
Het orgel is door de dg Amersfoort verkocht aan een particulier.
PURMEREND
Geen pijporgel aanwezig, wel een electronicum.
De Doopsgezinde Gemeente beschikt over een nieuw kerkgebouw, het Witte-orgel
uit het vorige kerkgbouw is nu eigendom van de R.K. parochie en staat in de
Koepelkerk.
RODEN
Padkamp 2B. Roden
E.R. Ottes uit Roden, 1967
Holpijp 8′
Prestant 4′
Roerfluit 4′
Gemshoorn 2′
Mixtuur II
Sesquialter II discant
Alle registers gedeeld in bas en discant.
Mechanische sleeplade, speeltafel voorzijde.
Man. omvang C-f′′′, Pedaal C-d′
Stemming gemodificeerd middentoon (als Norden), a = 440
De bouwer was de eerste organist van deze in 1955 nieuw gebouwde kerk.
In 1988 is het orgel gerestaureerd door Sicco Steendam. Daarbij werd de
Roerfluit 4′ veranderd in een gedekte Fluit 8′, het pijpwerk werd een octaaf
opgeschoven.
Onderhoud: Steendam.
trede voor het uitschakelen van alle
pedaalregisters behalve Pr. 16′,
Tremulant.
Manuaalomvang C-f′′′, Pedaalomvang C-f′
Het onderhoud is bij Flentrop, die in 1994 een grote schoonmaak- en
intonatiebeurt verzorgde. Zo werden een aantal bekers van de Schalmei verlengd.
ROTTEVALLE
Haven 16, Rottevalle
A.J. Dekker, 1931
Dit is een unit-orgel, er zijn 3 rijen pijpen, waaruit alle registers zijn afgeleid.
A. De Prestant-rij
B. De Gedekten- en Fluitenrij
C. De Viola-rij
bestaande uit 66 pijpen.
bestaande uit 90 pijpen,
bestaande uit 42 pijpen,
Deze pijpen dienen voor
gebruikt voor
gebruikt voor
de Prestant 8′
Bourdon 16′
de Viola 8′ vanaf klein c.
de Octaaf 4′
Holpijp 8′
Het onderste octaaf is
de Octaafbas 8′
Fluit 4′,
ontleend aan de Holpijp.
en de Octaafbas 4′
Quintfluit 2 2/3′
Woudfluit 2′
3 vaste combinaties,
Subbas 16′
en Bourdon 8′
geen pedaalkoppel/
Resulterend in de volgende dispostitie:
MANUAAL
PEDAAL
Bourdon 16′
Subbas 16′
Prestant 8′
Bourdon 8′
Holpijp 8′
Octaafbas 4′
Viola 8′
Pedaalkoppel
Octaaf 4′
Fluit 4′
Kwintfluit 2 2/3′
Woudfluit 2′
Tremulant
Electro-pneumatische tractuur, speeltafel aan de achterkant.
Manuaalomvang C-f′′′, Pedaal C-d′
Stemming evenredig-zwevend, a =440 Herz.
Onderhoud Patijn uit Wapenveld, die het orgel in 1992 restaureerde.
DE RIJP
Jan Boonplein 18-19
De vroegere grote kerk werd in 1969 vervangen door een kleiner gebouw.
Het orgel van Strümphler werd door Van Vulpen gerestaureerd en in de
Geertekerk te Utrecht geplaatst.
De Rijp kreeg een positief van Van Vulpen met de volgende dispositie:
SAPPEMEER-NOORDBROEK (MN 460740, ON 1313, OE 1850-1858)
Noorderstraat 53, Sappemeer.
Lohman / van Oeckelen:
1847 plaatste P van Oeckelen het uit Kleinmeer afkomstige orgel
In 1855 bouwde G.W. Lohman in deze kerk een orgel met 2 manualen en een
aangehangen pedaal met de volgende .dispositie:
HOOFDWERK
BOVENWERK
Bourdon 16′
Zachtgedekt 8′ B/D
Prestant 8′
Viool di Gamba 8′
Holpijp 8′
Violinprestant 4′
Salicionaal disc. 8′
Roerfluit 4′
Octaaf 4′
Holfluit 4′ (gereserveerd)
Gedektfluit 4′
Woudfluit 2′
Octaaf 2′ (gereserveerd)
Vox humana 8′ B/D (gereserveerd)
Gemshoorn 2′ (gereserveerd)
Mixtuur III-V B/D
Koppel HW-BW B/D
Trompet 8′ B/D
3 blaasbalgen.
In 1859 plaatst N.A.G. Lohmann op het HW de Octaaf 2′ en de Gemshoorn 2′
In 1866 breidt P. van Oeckelen het orgel uit met een vrij pedaal, hij verandert de
dispositie. Op het Hoofdwerk wordt de Octaaf 2′ vernieuwd en er wordt een
Quint 3′ geplaatst, gemaakt uit het pijpwerk van de Woudfluit 2′ van het BW.
De Gemshoorn 2′ verhuist naar het BW, waar een Openfluit 4′ en een Clarinet 8′
B/D′ worden bijgeplaatst. Bij deze werkzaamheden wordt het front aanzienlijk
verbreed. In 1877 voert Van Oeckelen herstelwerkzaamheden uit. In 1935 wordt
het orgel door De Koff gewijzigd. In de jaren 1988 tot 1990 restaureert Mense
Ruiter het orgel in fasen, het uitganspunt is de de dispositie van 1866. De
dispositie is thans:
HOOFDWERK
BOVENWERK
PEDAAL
Bourdon 16′
Zacht Gedekt 8′ B/D
Subbas 16′
Praestant 8′
Viola di Gamba 8′(C-fis = Zacht G.)
Prestant 8′
Holpijp 8′
Violinpraestant 4′
Bourdon 8′
Salicionaal 8′ D
Roerfluit 4′
Bazuin 16′ (C-B
Octaaf 4′
Nachthoorn 4′ (V.O. 1938)
doorslaand)
Fluit 4′
Gemshoorn 2′
Trombone 8′
Quint 3′
Clarinet 8/ B/D (doorslaand)
Octaaf 2′
Mixtuur III-V B/D
Koppelingen HW-BW B/D
HW-Ped.
Trompet 8′ B/D (1989)
Tremulant BW
Nihil (loze knop)
Mechanische sleeplade, speeltafel aan de rechterkant (vanuit de kerk gezien)
Manuaalomvang C-f′′′, pedaal C-d′.
Stemming evenredig-zwevend, a = 440 Herz.
De windvoorziening bestaat uit een magazijnbalg met schokbalg, de winddruk is
73 mm.
Onderhoud: Mense Ruiter
Mechanische sleeplade, manuaalomvang C-f′′′,
Pedaalomvang C-b′, de toets c′ is wel aanwezig, maar functioneert niet. <!–(de c′ is
dus aangehangen, de Bourdon 16′ gaat t/m b).–>
Dit orgel was gebouwd voor Barsingerhorn, waar Spanjaard uit Alkmaar de bas
van de Bourdon 16′ in 1958 op een pneumatische pedaallade plaatste. De kerk
in Barsingerhorn werd in 1987 gesloten. Het orgel werd aangekocht door de
Doopsgezinde Gemeente in Schagen. De overplaatsing werd verzorgd
door Flentrop. Sindsdien staat de bas van de Bourdon op een aparte mechanische
lade, maar is zowel op het 1e manuaal als op het pedaal te gebruiken.
Onderhoud: Flentrop
SCHOORL, BROEDERSCHAPSHUIS Geen pijporgel aanwezig
SNEEK (MN 34067, MN 1374, OE 1840-1849)
Singel 28
Op de plaats van het huidige kerkgebouw stond tot ongeveer 1840 de kerk van
de Verenigde Vlaamse en Waterlandse Doopsgezinden.
In die kerk bouwde A. van Gruizen in 1786 een orgel met 1 manuaal (C-f′′′) en aangehangen pedaal.
Het had 3 blaasbalgen, de speeltafel bevond zich aan de zijkant.
Dispositie
De toonhoogte was een halve toon lager dan heden ten dage, a = ca. 415 Herz.
In 1838 verenigde bovengenoemde gemeente zich met de Oude Vlamingen.
Men besloot tot het bouwen van een nieuwe kerk op de zelfde plaats,. Deze kerk
kwam in 1843 klaar, waarna Scheuer uit Zwolle tussen 1844 en 1847 een nieuw
orgel bouwde, waarbij de lade en en het pijpwerk van Van Gruizen gebruikt
werd voor het Hoofdwerk. Alleen de Quint veranderde in een Woudfluit 2′.
1870 revisie, schoonmaak en aanbrengen Pedaalkoppel door Van Dam
1894 nieuwe manuaalklavieren door Van Dam
1923 restauratie door Bakker en Timmenga, dispositiewijziging. De toonhoogte
wordt verhoogd tot ca. 440 Herz.
1972 brand ten gevolge van werkzaamheden aan het kerkdak.
1975 restauratie door Flentrop onder advies van Klaas Bolt. De klavieren en de
pedaalkoppel van Van Dam worden gehandhaafd, even als de toonhoogte van
1923. De dispositie van 1847 wordt hersteld.
1998 schoonmaak en herintonatie door Flentrop, de bekers van de Basson 16′
worden een halve toon opgeschoven.
Het orgel heeft mechanische sleepladen, de speeltafel bevindt zich aan de
linkerzijde (vanuit de kerk gezien). Manuaalomvang C-f′′′, Pedaalomvang C-d′.
De stemming is evenredig-zwevend.
Dispositie:
HOOFDWERK (Man. 1)
ONDERPOSITIEF (Man. 2)
PEDAAL
Prestant 8′ frontpijpen S
Prestant 4′ S
Subbas 16′ S
cis′′′-f′′′ VG
Fluit douce 8′ S
Open fluit 8 S
Bourdon 16′ discant VG
Viola di Gamba 8′ S
Octaaf 4′ S
Holpijp 8′ VG
(C-B in Fluit douce)
Basson 16′ S
Quintadeen 8′ VG
Flute d′amour 4′ S
Trompet 8′ S
Octaaf 4′ VG
(hoogste octaaf open VG)
Woudfluit 2′ C-H gedekt
Sicilienne 4′ S
Manuaalkoppel
Fluit 4′VG
Flute travers 8′ FL
Koppel Ped.- HW
Ocaaf 2′ V G
Gemshoorn 2′ S
Tremulant
Sesquialter II-III Fl.
Dulciaan 8′ FL
Mixtuur IV-V VG, 4e en 5e koor FL
Trompet 8′ bas/disc. FL
Vox Humana 8′ FL
Samenstelling vulstemmen:
Mixtuur (VG, 4e en 5e koor FL)
Sesquialtera
op C 1, 2/3, 1/2
op C 1 1/3, 4/5
op c 2, 1 1/3, 1
op c 2 2/3, 1 3/5
op c′ 2, 11/3, 1,1
op c′ 2 2/3, 2, 1 3/5
op c′′ 4, 2 2/3, 2, 2, 1 1/3
Onderhoud: Flentrop
STADSKANAAL
Geen pijporgel aanwezig, wel een electronicum
STAVOREN (ON 1396, OE 1894-1901)
Voorstraat 43
Bakker en Timmenga, 1901
Prestant 8′
Viola di Gamba 8′
Holpijp 8′
Octaaf 4′
Gemshoorn 2′
Lege plaats
Mechanische sleeplade, manuaalomvang C-f′′′, geen pedaal.
Onderhoud Bakker en Timmenga.
STEENWIJK (MN 34502, ON 1402, OE 1726-1769)
Onnastraat 10, Bakker en Timmenga, 1896
Manuaal: (C-f3)
Prestant 8′
Voix celeste 8′ (C-B in Prestant)
Viola di gamba 8′ (C-B in Holpijp)
Holpijp 8′
Octaaf 4′
Fluit 4′ (vanaf c′′ Spitsfluit)
Gemshoorn2′
Cornet III diskant (1949?)
Ventiel
Mechanische sleeplade,
manuaalomvang C-f′′′,
aangeh. Ped. C-c′
Stemming: evenredig-zwevend, a = 435 Herz.
Onderhoud: Bakker en Timmenga.
Deze firma voerde in 1999 een restauratie uit, onder advies van Jan Jongepier.
In 1820 plaatste A. van Gruizen een bestaand orgel in de Doopsgezinde kerk
te Zuidveen (bij Steenwijk). Dit orgel had een 4′-front en was rond 1750 gebouwd,
mogelijk door Christiaan Vater (mededeling van Jan Jongepier).
Waarschijnlijk was dit afkomstig uit de R.K. Schuilkerk bij de Boommarkt te Amsterdam.
Dit blijkt uit een tekening van het interieur van die kerk, in 1761 gemaakt door H.Keur.
Onderhoudswerkzaamheden worden echter niet door Van Gruizen verricht, maar door Scheuer,
wiens naam tot 1835 in de boeken wordt vermeld.
De Doopsgezinde Gemeente krijgt in 1848 een nieuwe kerk (de huidige) in het centrum van Steenwijk.
Bruikbare zaken uit de vorige kerk worden meegenomen, w.o. het orgel.
Bij de overplaatsing schijnt geen orgelbouwer betrokken te zijn geweest. Wel worden er na 1880
werkzaamheden verricht door Van Dam. In 1896 bouwt Bakker en Timmenga een nieuw orgel,
waarbij het front van het oude orgel wordt gehandhaafd, maar wel nieuw pijpwerk krijgt.
Het pijpwerk van het oude orgel is door Bakker en Timmenga gebruikt in het orgel van
de Gereformeerde kerk te Winsum (Friesland).
Mechanische sleeplade, manuaalomvang C-f′′′, geen pedaal.
Dit huispijporgel is door de bouwer in 1995 aan Fredeshiem in bruikleen
gegeven. Het onderhoud gebeurt door de eigenaar.
STIENS
Geen pijporgel aanwezig, wel een electronicum
SURHUISTERVEEN
Gedempte Vaart 25
Klaus Becker uit Kupfermühle 1975
Gedackt 8′
Rohrflöte 4′
Prinzipal 2′
Sifflöte 1′
Manuaalomvang C-f′′′, geen pedaal.
Mechanische sleeplade, speeltafel aan de voorzijde.
Stemming evenredig-zwevend, a = 440 Herz.
Het instrument was aanvankelijk in particulier bezit .
Via Nico Verrips, destijds cantor-organist aan
de Grote kerk te Meppel is het in 1980 aan de Doopsgezinde
Gemeente te Surhuisterveen verkocht.
Onderhoud: Mense Ruiter.
TERHORNE
Buorren 35-37
Standaart uit Rotterdam, omstreeds 1916.
Prestant 8′
Voix Celeste 8′ (vanaf c)
Roerfluit 8′
Viola di Gamba 8′ (vanaf c)
Octaaf 4′
Fluit 4′
Tremulant
Octaafkoppel
Pedaalkoppel.
Pneumatische kegellade, speeltafel linkerzijde (vanuit de kerk gezien).
Manuaalomvang C-f′′′, aangeh. Ped. C-b
Dit orgel stond aanvankelijk in de Hervormde kerk te Hidaard. Het werd in 1935
aan Bakker en Timmenga verkocht, die het aan Terhorne doorverkochten.
Onderhoud: Bakker en Timmenga.
In 1907 plaatste Maarschalkerweerd een kabinetorgel van
Hendrik Hess in deze kerk, dat enigszins aan de kerkruimte werd aangepast.
Bakker en Timmenga namen dit instrument in 1940 over en
verkochten het in 1971 aan de Herv. kerk van
Obergum (uiteraard na het instrument gerestaureerd te hebben!)
TERNAARD (ON 1446)
Nijbuorren 16
Bakker en Timmenga, 1915
Prestant 8′ 4 grootste pijpen van hout en gedekt, achter het front)
Viola 8′ (C-B in Prestant 8′)
Octaaf 4′
Octaaf 2′
Bourdon 8′
Voix Celeste 8′ (C-B in Bourdon 8′, oorspronkelijk Aeoline 8′)
Fluit 4′
Mechanische sleeplade, speeltafel rechterzijde (vanuit de kerk gezien)
Manuaalomvang C-f′′′, aangehangen Pedaal C-g
In 1961 vond een restauratie plaats door Bakker en Timmenga, die het orgel tot
2002 in onderhoud had.
In 2007 wordt de kerk tot woonhuis verbouwd, het orgel is aan een particulier verkocht.
Mechanische tractuur, speeltafel rechterzijde (vanuit de kerk gezien)
Manuaalomvang C-g′′′, aangeh. Pedaal C-g
Stemming eventedig-zwevend, a = 440
Restauratie in 1985 en onderhoud: Mense Ruiter.
Mechanische tractuur, speeltafel linkerzijde (vanuit de kerk gezien)
Manuaalomvang C-g′′′, aangeh. Ped. C-g
Stemming evenredig-zwevend, a = 440
Restauratie door Flentrop (1978)
Onderhoud: Flentrop
UITHUIZEN (MN 515328, ON 1976, OE Supplement)
Mennonietenkerkstraat 12
A.W.J. Standaart uit Rotterdam, 1916
MANUAAL
PEDAAL
Bourdon 16′
Subbas 16′ (transmissie)
Prestant 8′
Pedaalkoppel
Octaaf 4′
Tremulant en ventiel
Voix Celeste 8′ (vanaf f)
VASTE KOMBINATIES
Roerfluit 8
Tutti
Viola di Gamba 8′
Forte
Fluit dolce 4′
Piano
Woudfluit 2′
Absteller
Tremulant, Ventiel
Pneumatische kegellade, speeltafel linkerzijde (vanuit de kerk gezien)
Manuaalomvang C-f′′′, Pedaal C-d′
Stemming evenredig-zwevend, a = 440
Restauratie in 1999 (onder advies van het DOC) en onderhoud: Mense Ruiter.
UTRECHT (MN 31084, ON 1508, OE 1865-1872)
Oudegracht 270
J.H.H. Bätz, 1765
Prestant 8′
Roerfluit 8′
Holpijp 8′
Octaaf 4′
Fluit 4′
Octaaf 2′
Waldfluit 2′
Flageolet 1′
Mixtuur III-IV
Sesquialter II
Open plaats
Dit was het eerste orgel in een Doopsgezinde kerk in Nederland.
De manuaalomvang was C-d′′′.
In 1773 wordt de huidige kerk aan de Oudegracht in gebruik genomen.
Gideon Thomas Bätz verhuist het door zijn vader gebouwde orgel,
hij brengt het tweede manuaal aan ( hiermee was in 1765 al rekening
gehouden), in 1796 wordt op het eerste manuaal de nog ontbrekende Trompet 8′
geplaatst en wordt de Mixtuur verlaagd – uit 2′ i.pl.v. uit 1′).
In 1830 krijgt het orgel de evenredig-zwevende temperatuur.
In 1869 wordt dit orgel verkocht naar Katwijk, waar het thans in de Vredeskerk
staat. Daar werd het in 1982 door De Graaf in de oorspronkelijke staat
gereconstrueerd.
In 1870 levert Bätz-Witte een nieuw orgel aan de Doopsgezinde kerk. De
originele dispositie was waarschijnlijk:
HOOFDWERK
BOVENWERK
PEDAAL
Bourdon 16′
Holfluit 8′
aangehehangen.
Prestant 8′
Viola di Gamba 8′
Ventiel
Roerfluit 8′
Fluit 4′
Calcant
Octaaf 4′
Roerfluit 4′
Mixtuur 4′ II-III
Trompet 8′ bas/discant
Mechanische sleeplade, speeltafel achterzijde.
Man.omvang C-f′′′, Pedaal C-d′
In 1920 breidde De Koff het bovenwerk uit, dat tevens in een zwelkast werd
geplaatst. In 1920 plaatste De Koff een pneumatische Subbas 16′ op het pedaal.
In 1964 veranderde De Koff de dispositie ingrijpend, de zwelkast werd
verwijderd. Na een restauratie door Pels in 1974, voerde Reil in 1984
herstelwerkzaamheden uit.
De huidige dispositie is:
HOOFDWERK
BOVENWERK
PEDAAL
Bourdon 16′
Holflluit 8′
Subbas 16′
Prestant 8′
Viola di Gamba 8′
(pneumatisch)
Roerfluit 8′
Fluit 4′
Octaaf 4′
Prestant 4′
Klavierkoppel
Roerfluit 4′
Woudfluit 2′
Koppel Ped.- HW
Mixtuur 2′ II-IV
Nasard 1 1/3′
Koppel Ped. – BW
Trompet 8′ bas/discant
Calcant, Ventiel
Onderhoud: Elbertse uit Soest.
VEENDAM-WILDERVANK
M.i.v. 1 maart 2007 houdt de Doopsgezinde gemeente,
als onderdeel van de Doopsgezinde gemeente Noordoost-Nederland
haar diensten in de Doopgezinde vermaning te Stadskanaal en
in de Ev, Luth. Kerk te Wildervank.
Gegevens over het orgel in deze kerk zijn te vinden in deel 3 van “Het Groninger Orgelbezit”
Mechanische sleeplade, speeltafel rechterzijde (vanuit de kerk gezien)
Manuaalomvang C-f′′′, aang. Ped. C-d′
Stemming evenredig-zwevend, a = 435.
Onderhoud Bakker en Timmenga.
VLISSINGEN
Vrijdomweg 1, Vlissingen.
Deze kerk is thans eigendom van de Pinkstergemeente, het orgel is uit de kerk
verwijderd en ligt in opslag bij Nijsse. De Doopsgezinde gemeente huurt voor
de bijeenkomsten in Vlissingen een zaaltje van de Pinkstergemeente, waar met
pianobegeleidingwordt gezongen.
Gegevens over het orgel:
Spiering uit Dordrecht, 1948
MANUAAL
PEDAAL
Prestant 8′
Subbas 16′
Holpijp 8′
Pedaalkoppel
Viola di Gamba 8′
Octaaf 4′
Blokfluit 2′
Mixtuur II-III
Electrpneumatische tractuur, met vrijstaande speeltafel.
Manuaalomvang C-f′′′,
Pedaal C-d′
Stemming evenredig-zwevend, a = 430 Herz.
Mechanische sleeplade, manuaalomvang c-e′′′.
Het aangehangen pedaal (C-d′) werd in 1994 aangebracht.
Na een ingrijpende herinrichting van het gebouw in 2000 verhuisde het orgel van
de galerij naar de begane grond. Er vond een herintonatie plaats door Flentrop.
Onderhoud: Flentrop.
WARGA
Geen pijporgel aanwezig, wel een electronicum
WARNS (ON 1612, OE 1894-1901)
Noord 23, Warns
Bakker en Timmenga, 1896
Prestant 8′
Melophone 8′
Viola di Gamba 8′
Bourdon 8′
Octaaf 4′
Viola 4′
Roerfluit 4′
Woudfluit 2′
Bourdon 16′ (in 1936 geplaatst op gereserveerde sleep)
Ventiel
Tremulant (in 1946 geplaatst, apart knopje, links naast lessenaar)
Manuaalomvang C-f′′′, aangeh. Ped. C-c′
Onderhoud: Bakker en Timmenga, een restauratie is gewenst.
WESTERKWARTIER zie Noordhorn
WEST-TERSCHELLING
Molenstraat 22, Terschelling-West
Dekker, begin 20e eeuw.
Manuaalomvang C-f′′′, Pedaalomvang C-c′
Electrische tractuur, speeltafel linkerzijde (vanuit de kerk gezien)
Evenredig-zwevende stemming
Onderhoud: J. Bruin, Enkhuizen
Het naamplaatje “Dekker” is verplaatst, het zit daar,
waar ooit de drukknoppen van de electrische speelhulpen (P, MF, Tutti, Oplosser)
hebben gezeten, die drukknoppen zijn verwijderd.
Verder maakt de ventilator veel lawaai en laat de
conditie van het orgel ook in ander opzicht te wensen over.
Begin 2006 is het orgel grondig nagekeken door M.E.Kaat, gepensioneerd directeur van de firma Kaat en Tijhuis.
Het orgel voorlopig onbruikbaar.
Dhr Kaat heeft de kerkeraad geadviseerd geen grote onkosten meer te maken om het bestaande orgel in stand te houden,
maar over te gaan tot nieuwbouw met gebruik van het bestaande front en het aanwezige pijpwerk,
of het huidige orgel ongebruikt te laten staan en voor in de kerk een positiefje te plaatsen.
WESTZAAN (MN 40020, ON 1651, OE 1479-1725)
Deze kerk, de zgn. Zuidervermaning, is thans eigendom van
de stichting “Oude Hollandse kerken”
en wordt vooral gebruikt voor culturele activiteiten,
eens in de 3 maanden houdt de Doopsgezinde gemeente Koog-Zaandijk er een dienst.
C. M. Verhofstadt, 1718
Dit orgel is gebouwd voor de Kleine Kerk in Edam. Daar vernieuwde Johannes
Engelbert Hageman in 1778 de windlade en ook pijpwerk. Na
herstelwerkzaamheden door L.v..d. Brink in 1825. plaatste Pieter Flaes dit orgel
in 1881 in Westzaan. Nadat er ook in de 20e eeuw nog veranderingen
plaatsvonden, restaureerde Flentrop dit orgel in 1995 onder advies van Jan
Jongepier. Hierbij was de situatie uit 1778 het uitgangspunt.
De dispositie is thans:
Mechanische sleeplade. Stemming evenredig-zwevend, a = 421 Herz.
Manuaalomvang C-c′, aangeh. Pedaal C-g
De klaviatuur, het regeerwerk en de windvoorziening (twee spaanbalgen) is van
Verhofstadt; de windlade en het meeste pijpwerk is van Hageman.
Onderhoud: Flentrop.
WIERINGEN, zie Hippolytushoef
WINTERSWIJK
Geen pijporgel aanwezig, wel een harmonium
WITMARSUM
Geen pijporgel aanwezig, wel een electronicum
WOLVEGA (ON 1885, OE 1894-1901)
Hoofdstraat W. 13, Wolvega
Van Dam, 1901
Oorspronkelijke dispositie:
Mechanische sleeplade, speeltafel linkerzijde (vanuit de kerk gezien).
Manuaalomvang c-g′′′, aangeh. Ped. C-g
Een restauratie werd in 1992 uitgevoerd door Bakker en Timmenga, waarbij een
Quint 2 2/3
werd toegevoegd.
De stemming is evenredig-zwevend, a = 440 Herz.
Onderhoud: Bakker en Timmenga
Mechanische sleeplade, speeltafel linkerzijde (vanuit de kerk gezien)
Manuaalomvang C-g′′′, aangeh. Ped. C-g
In 2004 vond een restauratie plaats door Bakker en Timmenga onder advies van
Jan Jongepier.
Onderhoud:Bakker en Timmenga.
WORMER-JISP (ON 1712, OE 1886-1894)
Dorpstraat 371, Wormer
In 1933 als 2e hands-instrument geplaatst door Flentrop, die tegelijk een aantal wijzingen aanbracht.
In 2006 vond groot onderhoud plaats (door Flentrop),
waarbij de Viola werd vervangen door een Roerfluit 4′ (C-f′′ Steenkuil, uit het voormalig orgel van de Westzijderkerk te Zaandam, rest is nieuw)
en de Voix Celeste door een nieuwe Sesquialter II disk. vanaf c′ (Samenstelling 2 2/3′, 1 3/5′).
De dispositie is thans: <!–Sindsdien zijn er geen ingrijpende dingen met het orgel
gebeurd. In 2000 is het orgel schoongemaakt, maar helaas is er toen niets
gedaan aan het gerammel van de mechaniek en evenmin is de dispositie hersteld.
Zaanweg 57-58, Wormerveer
Flaes en Brünjes, 1855.
Oorspronkelijke dispositie:
MANUAAL I
BOVENWERK
aangeh. PEDAAL
Bourdon 16′
Prestant 8′
2 afsluiters
Prestant 8′
Viola 8′
Manuaalkoppel
Roerfluit 8′
Holpijp 8′
Ventiel
Octaaf 4′
Salicionaal 4′
Tremulant
Quint 3′
Roerfluit 4′
Fluit 4′
Gemshoorn 2′
Octaaf 2′
Mixtuur III bas
Cornet III discant
Trompet 8′ bas/discant
Mechanische sleeplade, speeltafel rechterijde (vanuit de kerk gezien)
Manuaalomvang C-f′′′, pedaal C-d′
Stemming evenredig-zwevend, a = 438` Herz.
In de loop der tijden zijn een aantal veranderingen aangebracht:
1877 Dulciaan aangebracht op bovenmanuaal
1908 Quint 3′ vervangen door Gemshoorn 8′ (Van Dijk),
de spaanbalgen worden door een magazijnbalg vervangen,
intonatie wordt milder gemaakt.
1920 Het Bovenwerkintonatie krijgt een pneumatisch aanhangsel door gebr.
Hasselaar, waarop in een crescendo-kast een
Voix Celeste en de bestaande Viola di Gamba worden geplaatst.
De plaats van de Viola di Gamba op de lade is dan leeg.
1923 electrische windvoorziening aangebracht.
1926 Er wordt een pneumatisch vrij pedaal aangebracht, geplaatst achter het
orgel, bestaande uit Subbas 16′ en Cello 8′.
De pedaalomvang wordt vergroot tot C-f′,
wat schade aan de oorspronkelijke kas tot gevolg heeft. Bovendien is de
ligging t.o.v. het manuaal verkeerd.
1927 Het onderhoud gaat over naar Flentrop.
1937 Onder advies van de Ned. klokken- en orgelraad – in de persoon
van Mr. A. Bouman – vinden een aantal werkzaamheden plaats.
Draaipunten worden ingevoerd; ventielen worden anders ingelijmd;
pulpeten worden vervangen door een koperen strip;
de bekers van de Dulciaan blijven, maar verder wordt dat register vervangen
door materiaal van Laukhuff; de Viola di Gamba komt terug op de lade,
in het pneumatisch aanhangsel verschijnt nu een Carillon II;
de Bourdon 16′ wordt vervangen door een Gemshoorn 8′,
er komt een Quint uit ouder materiaal met veel te wijde mensuur;
het bovenwerk wordt in een grote zwelkast geplaats, waardoor de kas beschadigd wordt;
tenslotte krijgt het bovenwerk stabiliteitsbalgjes en een nieuwe pneumatische tremulant.
1965 Flentrop vervangt de triplex zwelkast-panelen door eikenhouten
exemplaren, plaatst de Gamba op de oorspronkelijke plaats en verwijdert
de Voix Celeste en het Carillon.
2005: In dit jaar begint een restauratie door Flentrop, onder advies van Wim
Diepenhorst. Uitganspunt is de situatie van 1877 met handhaving van de
magazijnbalg. Flaes was zelf rond 1865 gestopt met het aanleggen van
spaanbalgen. Na de restauratie is de dispositie als volgt:
Roerfluit 4′
MANUAAL I (C-f′′′)
MANUAAL II (C-f′′′)
Bourdon 16′ nieuw (C-h eiken,
Prestant 8′ (C-A front)
rest metaal)
Viola di Gamba 8′ (C-A in Holpijp)
Prestant 8′ (C-d′ front)
Holpijp 8′ (C-H eiken)
Roerfluit 8′
Salicionaal 4′ (reconstructie uit
Octaaf 4′
aanwezige fluit 2′)
Quint 3′
Ged. Fluit 4′
Dulciaan 8′
Octaaf 2′
Mixtuur II-III
PEDAAL (nieuw) (C-d′)
Cornet IV
Subbas 16′
Trompet 8′ b/.d
Prestant 8′
Gedekt 8′
Onderhoud Flentrop
WOUDSEND
In de voormalige Doopsgezinde kerk is thans een restaurant gevestigd. Het orgel is verkocht.
IJLST (MN 39856, ON 736, OE 1878-1886)
Eegracht 28, IJlst
Bakker en Timmenga, 1881
Prestant 8′
Holpijp 8′
Viola di Gamba 8′
Octaaf 4′
Quint 3′
Fluit harmonique 4′
Woudfluit 2′
Cornet III
Open plaats (Trompet )
Mechanische sleeplade, speeltafel aan de rechterzijde (vanuit de kerk gezien)
Manauaalomvang C-f′′′, aangeh. Ped. C-ais. (De toetsen b en c′ doen dienst als
treden om een aantal registers – die men te voren met een koperen schuifje heeft
vastgezet – tegelijk in- of uit te schakelen. Dit gaat met een daverend geknal
gepaard.)
Onderhoud Bakker en Timmenga.
IJMUIDEN
Helmstraat 9, IJmuiden
A.S.J. Dekker uit Goes, 1913
Pneumatische tractuur,
Manuaalomvang C-f′′′, aangeh. Pedaal C-d′
In 1933 bracht Flentrop electrische windvoorziening aan,
in 1948 vond een restauratie plaats, eveneens door Flentrop.
Onderhoud: Bruin, Enkhuizen.
ZAANDAM (MN 40071, ON 1728, OE 1769-1790)
Westzijde 80, Zaandam
J. P. Künckel/Rotterdam, 1783
HOOFDWERK (MAN. I)
BOVENWERK (MAN.II)
Bourdon 16′
Viola di Gamba 8′
Praestant 8′ discant dubbel
Quintadeen 8′
Rhoerfluit 8′
Holpijp 8′
Holpijp 8′
Praestant 4′ (discant dubbel)
Octaaf 4′ discant dubbel
Fluit 4′
Fluit 4′
Octaaf 2′(discant dubbel)
Quint Praest. 3′
Nagthoorn 1′
Super Octaaf 2′ discant dubbel
Sesquialter disc. II
Mixtuur geh. 1 1/3′ III-IV
Sifflet 1′
Cornet V discant
Trompet geh. 8′
Mechanische sleeplade, speeltafel rechterzijde (vanuit de kerk gezien)
Manuaalomvang C-f′′′, aangeh. Ped. C-d′. Stemming evenredig-zwevend.
Künckel zelf verving de Sifflet 1′ door een Fagot 16′ en de Sesquialtera door
een gedeelde Dulciaan 8′. De Fagot voldeed niet, want hij werd spoedig weer
verwijderd.
Het orgel werd in 1970 door Flentrop gerestaureerd. In 1982 volgde verder
herstel en herintonatie, waarbij de Trompet en Dulciaan – ooit door slecht
materiaal vervangen – werden gereconstrueerd naar voorbeeld van het Künckel-
orgel in de Gereformeerde kerk te Hazerswoude.
De dispositie is thans weer de oorspronkelijke,
alleen de Sesquialtera is niet gerecontrueerd en de Dulciaan is gebleven.
Verder heet de 1′ nu Flageolet.
Onderhoud: Flentrop.
ZEERIJP (OE 1902-1910)
Borgweg 32, Zeerijp
J. Doornbos, 1908
Herstel door A.J. Opten in 1965 en eind zeventiger jaren.
Prestant 8′ (onderste octaaf gecombineerd met Holpijp)
Bourdon 16′ disk. (hout)
Holpijp 8′ (hout)
Prestant 4′
Fluit 4′ (Roerfluit, 7 grootste pijpen van hout)
Octaaf 2′
Mechanische tractuur, speeltafel rechterzijde (vanuit de kerk gezien).
Manuaalomvang C-f′′′, aangehangen Pedaaal C-d′
Stemming evenredig-zwevend, a = 440 Herz.
Windlade, blaasbalg en een gedeelte van het pijpwerk wordt toegschreven
aan Jan Proper. Het orgel is in 1990 gerestaureerd (door Van Vulpen) en
in 1999 (door René Nijsse).
Onderhoud: Nijsse.
ZIJLDIJK
Fivelweg 29, Zijldijk
Van 1915 tot 1935 stond in deze kerk het kabinetorgel dat thans in de Menkemaborg te Uithuizen staat.
In 1935 leverde de Fabriek voor Kerk- en Concertorgelen v/h H. Spanjaard uit Amsterdam een orgel met electro-pneumatische tractuur (nadere gegevens in “Het Groninger Orgelbezit”, deel V).
Dit totaal versleten instrument werd in 2005 gesloopt, waarbij het pijpwerk naar België is verkocht en vervangen door een in hetzelfde jaar door Feenstra uit Grootegast gebouwd orgel in 18e eeuwse Engelse stijl. Dit orgel was direct leverbaar en werd nadat Stef Tuinstra het had voorgespeeld door Zijldijk aangekocht en daar op 2-9-2006 in gebruik genomen.
(Stopped) Diapason 8′ Bass
= Gedekt 8′ C-B
(Open) Diapason 8′ Treble
= Prestant 8′ c-f”
(Stopped) Diapason 8′ Treble
= Gedekt 8′ c-f”
Principal
= Prestant 4′
Fifteenth
= Octaaf 2′
Cornet 2 rks. Treble
= Cornet II c’-f ” (Samenstelling 2 2/3′, l 3/5′)
Sesquialter 2 rks. Bass
= Sesquialter II C-b (Samenstelling l 3/5′, l 1/3′)
Manuaalomvang C-f”, aangehangen Pedaal C-d’. Toonhoogte normaal (a’=440 Herz).
Dit orgel heeft een 1/6 Komma-stemming, wat zeer gunstig voor de op dit instrument passende literatuur. <!–
==============
Fabriek van Kerk- en Concertorgelen v/h H. Spanjaard, Amsterdam. 1935
Van 1915 tot 1935 stond in deze kerk het kabinetorgel,
dat nu in de Menkemaborg te Uithuizen staat.
–>
ZOETERMEER
De Doopsgezinde Gemeente werkt samen met de VVH en de Remonstranten.
De diensten worden gehouden in de Adventskerk, die eigendom is van de VVH.
In die kerk staat een 20e eeuw pijporgel.
ZUID-LIMBURG, zie Heerlen.
ZUTPHEN
Leeuweriklaan 23, Zutphen
Gerhard Woehl/Marburg, 1973
Oorspronkelijke disposite:
Holpijp 8′
manuaalomvang C-g′′′,
Prestant 4′
aangeh. Ped. C-f′
Roerfluit 4′
Quint 3′
Octaaf 2′
Quint 1 1/3′
In 1994 vond groot onderhoud plaats door Hans van Rossum/Andel onder advies
van het DOC. De windvoorziening wordt verbeterd door het toepassen van een
spaanbalg op een balgstoel acher het orgel. In het windkanaal is een inliggende tremulant geplaatst,
de Quint 3′ is vervangen door een Nasard 3′,
de Quint 1 1/3′ door een Prestant 8′ discant.
Onderhoud: Van Rossum.
ZWAAGWESTEINDE (ON 1781)
Voorstraat 44, Zwaagwesteinde
Bakker en Timmenga, 1914
Mechanische sleeplade, speeltafel linkerzijde (vanuit de kerk gezien)
Manuaalomvang C-f′′′, aangeh. Ped. C-g
Stemming evenredig-zwevend, a = 440
Restauratie (in 1991) en onderhoud: Bakker en Timmenga.
ZWARTSLUIS
In de kerk is geen pijporgel aanwezig, wel een electronicum.
Er zijn geen diensten meer. De kerk moet gerestaureerd worden,
maar wordt een enkele keer voor uitvoeringen gebruikt.
ZWOLLE (OE 1902-1910)
Wolweverstraat 9, Zwolle
Jan Proper /Zwolle, 1908
HOOFDWERK
ZWELWERK
PEDAAL
Prestant 8′
Fluit Dolce 8′
Subbas 16′(transmissie)
Cello 8′
Viola di Gamba 8′
Gedekt 8′
Roerfluit 8′
Vox Celeste discant 8′
Octaaf 4′
Flûte Harmonique 4′
Woudfluit 2′
Aeoline 4′
Bourdon 16′
Manuaalkoppel, Koppel Ped.-Hoofdwerk.
Manuaalomvang C-f′′′,
Pedaal C-d′
3 vaste registercombinaties voor het Hoofdwerk Piano, Forte en Tutti.
De lade van het hoofdwerk was een mechanische kegellade, die van het
zwelwerk een mechanische sleeplade en die van het pedaal een pneumatische
kegellade.
In 1965 verwijderde R. Kamp de zwelinrichting, de Viola di Gamba en de Voix Celeste
werden vervangen door een Prestant 4′ en en een Sesquialtera II discant.
In 1986/87 voerden Kaat en Tijhuis/Kampen een totale renovatie uit.
Hoofdwerk en Pedaal kregen een nieuwe mechanische sleeplade,
de dispositie van het Hoofdwerk werd uitgebreid.
De huidige dispositie is thans:
HOOFDWERK
DWARSWERK
Prestant 8′ P
Fluit Dolce 8′ bas/discant P
Cello 8′ P
Prestant 4′ bas/discant K
Roerfluit 8′ P
(deels omgewerkt pijpwerk Aeoline)
Octaaf 4′ P
Fluit harm. 4′ P
Fluit 4′ (C-f′ discant voormalige Bourdon,
Octaaf 2′ K
rest bestaand pijpwerk van elders)
Sesquialter II K
Woudfluit 2′ P
Tremulant
Octaaf 2′ K+T
Mixtuur 1 1/2′ II-III K+T
PEDAAL
Dulciaan 8′ bas/discant
Subbas 16′
(Bestaand pijpwerk van elders).
(C-b P, c′-d′ van elders)
Ventiel
Koppels I-Ped., II-Ped., II-I
De manuaal- en pedaalomvang is ongewijzigd,
de speeltafel zit aan de rechterzijde (vanuit de kerk gezien).
Stemming evenredig-zwevend, a = 440
Onderhoud: Na 1986/87 aanvankelijk Kaat en Tijhuis, thans Reil